Een uitbraak van het virus dat PRRS veroorzaakt, heeft een negatieve invloed op de groeiprestaties van vleesvarkens en brengt dus ook heel wat economische schade met zich mee voor varkensbedrijven. Een team wetenschappers van de Iowa State University onderzocht nu of een verhoging van de verhouding van lysine ten opzichte van de verteerbare energie in het voeder de prestaties van de dieren kan verbeteren tijdens een uitbraak.
Voor een periode van 42 dagen bestudeerde het team de prestaties van twee groepen van 195 vleesvarkens. De eerste groep was niet gevaccineerd voor PRRSV, terwijl de tweede wel ingeënt werd.
De varkens kregen één van de drie mogelijke voeders. Allereerst was er een controlevoeder, dat overeenkwam met de nationale aanbevelingen voor de verhouding tussen lysine en verteerbare energie. De andere twee voeders hadden een verhouding van 120 procent lysine ten opzichte van de verteerbare energie. Dit kon op twee manieren bereikt worden: ofwel door een verhoogde hoeveelheid lysine, ofwel door een verlaging van de energie.
Zowel het voeder met een lagere energiewaarde als dat met de hogere lysine zorgde voor een gewichtstoename en verhoogde de dagelijkse groei. Bij een verlaagde energie steeg eveneens de voeropname van de dieren, wat aantoont dat de varkens meer voer aten om te kunnen voldoen in hun energiebehoefte. De beste voederconversie vond men in de gevaccineerde groep die een grotere hoeveelheid lysine kregen.
De conclusie luidt dus dat een hogere concentratie lysine ten opzichte van de verteerbare energie de economische verliezen tijdens een uitbraak met PRRSV kan beperken.
Bron: naar Maarten Ceyssens in Varkensbedrijf mei 2020