IJzerinjectie bij jonge biggen behoort tot de standaard kraamstalbehandelingen. Aan het effect van deze behandeling wordt zelden getwijfeld. Echter, over de jaren heen maakte onze varkenshouderij een grote evolutie door, met steeds grotere tomen en hogere groei. Reden genoeg om even stil te staan bij dit onderwerp.
Waarom ijzer toedienen?
IJzer is een essentieel bestanddeel van hemoglobine in het bloed en van myoglobine in het spierweefsel. Hemoglobine is verantwoordelijk voor het transport van zuurstof via het bloed naar alle cellen van het lichaam, myoglobine zorgt voor het zuurstoftransport in de spiercellen.
Biggen worden geboren met zeer beperkte ijzerreserves in de lever, die ongeveer 50 mg bedragen. Bovendien zijn biest en zeugenmelk ijzerarm, waardoor biggen slechts ongeveer 1 mg ijzer per dag uit melk kunnen halen. De hoeveelheid beschikbaar ijzer uit voeding en uit de reserves in de lever is dus beperkt en staat in contrast met de hoge ijzerbehoeftes tijdens de eerste levensweken. Jonge biggen hebben een ijzerbehoefte van 7 tot 16 mg per dag. Rekening houdende met de lage ijzerreserves van ongeveer 50 mg bij de geboorte en een opname van ongeveer 1 mg per dag uit melk, betekent dit dat de ijzerreserves al na de derde levensdag uitgeput kunnen raken. Daarom moeten biggen bij voorkeur tijdens de eerste drie levensdagen extra ijzer toegediend krijgen.
Symptomen bloedarmoede en risicofactoren
Biggen geboren in grote tomen en biggen van oudere zeugen lopen een hoger risico op ijzertekort, omdat deze biggen bij de geboorte gemiddeld lagere hemoglobine concentraties hebben. Daarnaast hebben ook snelgroeiende en grote biggen een hogere ijzerbehoefte, waardoor ook zij een groter risico op bloedarmoede door ijzertekort hebben.
Biggen met bloedarmoede hebben een gebrek aan eetlust en een verminderde gewichtstoename. Bovendien zijn deze dieren ook gevoeliger voor ziekte, door een verstoorde werking van het afweersysteem. Pas bij ernstige tekorten zullen er ook duidelijke, zichtbare symptomen optreden zoals ruw haar, bleke slijmvliezen, gerimpelde huid en lusteloosheid met hangende kop en oren.
Diagnose van bloedarmoede
Door gebruik te maken van een draagbaar HemoCue® meettoestel kan men de hemoglobine niveaus op een snelle en eenvoudige manier meten. Deze metingen kunnen op het varkensbedrijf zelf uitgevoerd worden. Voor de meting is slechts één druppel bloed nodig, die kan verkregen worden door het aanprikken van een bloedvat in het oor. De druppel bloed wordt vervolgens opgezogen in een teststrip die in het meettoestel wordt geplaatst. De hemoglobinewaarde kan binnen de minuut rechtstreeks op het meettoestel afgelezen worden. Hemoglobine gehaltes ≥ 110 g/l worden beschouwd als optimaal, waarden ≥ 90 en < 110 g/l zijn suboptimaal en biggen met een hemoglobine gehalte < 90 g/l hebben klinische bloedarmoede.
Conclusie
IJzerinjectie bij biggen tijdens de eerste levensdagen is al sinds vele jaren één van de routinematig toegepaste kraamstalbehandelingen. De doeltreffendheid van deze behandeling wordt als vanzelfsprekend beschouwd en wordt daarom ook zelden gecontroleerd. Echter, over de jaren heen maakte onze varkenshouderij een grote ontwikkeling door, met steeds grotere tomen en hogere groei. Reden genoeg dus om te controleren of de ijzervoorziening van de biggen op uw bedrijf nog steeds voldoet aan de normen.
Vraag ernaar bij uw dierenarts.
Bron – CEVA