Het buiten de bedrijfsmuren houden van ratten en muizen is niet evident. Maar hoe meer ratten en muizen, hoe groter het risico dat ziekten worden overgedragen. Een ziekte die vaak onverklaarbare vruchtbaarheidsproblemen veroorzaakt en overgebracht wordt door deze knaagdieren, is leptospirose.
Zoönose
Leptospirose is een moeilijk aan te tonen infectie die vruchtbaarheidsproblemen bij varkens veroorzaakt. De ziekte komt niet alleen voor bij varkens maar ook bij honden, rundvee, knaagdieren en mensen. Het is dus een zoönose en overdraagbaar van dier op mens en andersom. De ziekte staat ook bekend onder de namen ziekte van Weil en melkerskoorts. De bacterie die leptospirose veroorzaakt, is een spiraalvormige, beweeglijke bacterie die de voorkeur heeft voor een vochtig milieu.
3 manieren van besmetting
Een varkensbedrijf kan besmet worden op drie verschillende manieren; via de aankoop van besmette dieren, door andere besmette diersoorten zoals knaagdieren of honden en door besmet drinkwater of voer. De bacterie komt in de bloedbaan terecht via wondjes in de huid of via de slijmvliezen van onder andere de mond, ogen en neus. Acuut zieke varkens scheiden de bacterie ongeveer 3 tot 4 weken uit via de urine. Echter kunnen dragers hun hele leven lang de bacterie uitscheiden.
De ziekte treft alle leeftijden op het bedrijf, maar vooral de drachtige zeugen zijn gevoelig. De aandoening uit zich daar in lusteloosheid, verminderde eetlust en koorts. De koorts kan direct leiden tot verwerpen. Leptospirose kan ook langdurig aanwezig zijn, waardoor de kans op chronische vruchtbaarheidsproblemen toeneemt zoals onregelmatige terugkomers, abortussen en doodgeboren en zwakke biggen. Doordat deze symptomen niet uniek zijn voor leptospirose, wordt er niet altijd direct aan deze kiem gedacht.
Diagnostiek
Bloedonderzoek kan een uitkomst bieden als er een vermoeden is van leptospirose, maar ook zonder antilichamen in het bloed kan het varken drager zijn. Doordat deze ziekte zo moeilijk te herkennen en te diagnosticeren is, kan de schade op een bedrijf behoorlijk oplopen.
Karen Van Neste, dierenarts van MSD Animal Health; ‘Omdat in chronische gevallen niet altijd antistoffen ontstaan, moet er worden gezocht naar leptospirose in verworpen vruchten en/of naar de bacterie in de urine en/of baarmoeder. Dit vraagt om meer en uitgebreide diagnostiek die, als het een negatief resultaat geeft, nog niet wil zeggen dat er geen sprake is van leptospirose. Dragers kunnen namelijk afwisselend wel en niet de bacterie uitscheiden via de urine. Een goede diagnose stellen is vaak lastig.’
Een preventieve aanpak door middel van vaccinatie, een goede hygiëne en bestrijding van ratten en muizen, is dus zeker van belang.