Ondanks een historisch hoge varkensprijs verbetert de kaspositie van vleesvarkensproducenten niet. De opbrengsten volstaan immers niet om de facturen te betalen.
Bijgevolg is de cashdrain nog steeds niet gestopt, en wordt er nog steeds geld toegelegd aan de varkens. Enkel bij de zeugenhouder is het kantelpunt bereikt. Of beter gezegd “was bereikt”. Want met de prijscorrectie voor week 18 duiken de biggen ook weer in het rood.
De maand april droeg nog hoop op beterschap in zich. De slachthuizen probeerden de varkensprijs stabiel te houden (hoewel hun marge afbrokkelde), hopend op een aantrekkende consumptie. Helaas, het weekend van 1 mei (Dag van de Arbeid) werd een tegenvaller, waarna de markt door het ijs zakte.
Voor de maand april laat de OVR-ZEUGENBEDRIJF een correctie zien tot 1,84 waarmee nét groene cijfers kunnen opgetekend worden. De OVR-GESLOTEN BEDRIJF stijgt tot 1,23 en de OVR-VLEESVARKENSBEDRIJF corrigeert verder tot 1,59. Maar dit is volstrekt ontoereikend.
Merk op dat er een aanpassing werd doorgevoerd voor wat betreft de toeslagen. Bij de varkens wordt de toeslag verhoogd tot 19 cent. En de toeslag bij de biggen wordt verhoogd tot 14 euro.
Tekst: Bart Teuwen in Varkensbedrijf editie mei 2022