Vanwege de huidige energieprijzen kijken veel varkenshouders naar manieren om energie te besparen. De ventilatie is dan vaak één van de eerste punten waar naar wordt gekeken. Vaak kan hierop worden bespaard, maar doe dit wel op de juiste manier. Ook op andere plekken in de stal is besparing op energie mogelijk.
Energie is de laatste jaren een serieuze kostenpost geworden voor de varkenshouder en het eind lijkt nog niet in zicht te zijn. Tel daarbij op de steeds grotere aandacht voor duurzaamheid en het is duidelijk dat energiebesparing op het varkensbedrijf meer dan ooit belangrijk is. Veel varkenshouders kijken met het oog op de energierekening allereerst naar de verwarming en de ventilatie. Om de energie efficiënt te gebruiken, moet dit goed op elkaar afgestemd zijn. In de praktijk zijn veel varkenshouders geneigd om de minimumventilatie te laag in te stellen. Dit om vooral te besparen op stookkosten en soms op elektriciteitskosten voor de ventilatoren. De kans is dan aanwezig dat de CO2-concentratie en/of ammoniak-concentratie te hoog wordt.
Normen minimale ventilatie
De normen voor minimale ventilatie die het Nederlandse Klimaatplatform Varkenshouderij heeft opgesteld zijn gebaseerd op een maximale CO2-concentratie van 0,30 volumeprocent (3.000 ppm), en maximaal 20 ppm ammoniak als de varkens in rusttoestand zijn. Een hogere concentratie CO2 en/of NH3 kan schadelijk zijn.
Veel vraag naar energiebesparende maatregelen
Jan Pijnenburg is adviseur op het gebied van onder andere energie en stalklimaat bij DLV-Advies in Nederland. Hij is in die hoedanigheid lid van het Klimaatplatform Varkenshouderij. Pijnenburg ziet in de markt dat er veel vraag is naar energiebesparende maatregelen en signaleert ook dat de ventilatie het eerste is waar dan naar gekeken wordt. “Vaak is besparing ook wel mogelijk, maar dan is het heel belangrijk goed te monitoren”, vertelt hij. “Goed monitoren betekent realtime meten. Sensoren van de klimaatcomputer geven daarover niet voldoende informatie. Wij gebruiken daarom Slimme Stal klimaatsensoren van Connecting Agri and Food. Deze meten continu de concentratie CO2, ammoniak, de relatieve luchtvochtigheid en de temperatuur. Zo weet je precies waar de grens zit en neem je geen onnodig risico. Van een te hoge CO2-concentratie vallen de dieren niet direct om, en de varkenshouder ook niet, maar op de langere termijn is het wel degelijk schadelijk. Dat geldt ook voor de andere bestanddelen in de stallucht.”
Slimme Stal klimaatsensor
Pijnenburg adviseert elke varkenshouder een Slimme Stal klimaatsensor aan te schaffen. “Geen afdeling is hetzelfde maar je hoeft er niet in elke afdeling eentje te hangen. Je kunt afwisselen. Hang hem beurtelings in de afdelingen en kijk wat er gebeurt en stel daar de ventilatie op in.” De adviseur vertelt dat deze werkwijze wezenlijk anders is dan in het verleden toen een klimaatadviseur eenmalig een meting deed waar de ventilatie voor de rest van het jaar op werd ingesteld. “Dan koelde het in de loop van het jaar bijvoorbeeld af en klopten de gehaltes op minimumventilatie niet meer. Door regelmatig te meten, voorkom je dit soort situaties. Bovendien legt een dergelijke slimme sensor gegevens vast. Dan kun je later terugkijken en zien hoe het stalklimaat was bij verschillende weertypes en op welke leeftijd en wat er gebeurde als bijvoorbeeld een aantal varkens werd afgeleverd. De volgende keer kun je hierop inspelen.”
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Twan Wiermans en ILVO
HET HELE ARTIKEL LEZEN?
Je hebt zojuist een deel van een artikel uit het vakblad Varkensbedrijf gelezen. Meer van dit, thuis op de mat?