De Vlaamse regering heeft een herstructureringsprogramma goedgekeurd voor de zogenaamde ‘rode’ landbouwbedrijven in het kader van de stikstofaanpak. In een reactie stellen de landbouworganisaties de komende maanden alles op alles te zetten om de betrokken bedrijven opnieuw perspectief te bieden. “Wij rekenen er op dat de Vlaamse regering en de Vlaamse overheid hetzelfde doen”, klinkt het.
De maatregelen uit het herstructureringsprogramma worden vrijwillig ingezet op vraag van de landbouwer. Er zijn 5 mogelijkheden:
– bedrijfsverplaatsing: starten van een nieuw bedrijf op een geschikte locatie;
– bedrijfsreconversie: omschakeling van bedrijfsactiviteit of drastische investering binnen dezelfde bedrijfsactiviteit;
– bedrijfsbeëindiging: stopzetting van de bedrijfsactiviteit;
– uitgestelde bedrijfsbeëindiging: stopzetting van de bedrijfsactiviteit na verloop van tijd;
– koopplicht: verplichte aankoop van het bedrijf door de overheid (onteigening).
Op basis van deze maatregelen kan vervolgens een raming worden gemaakt van de totale kostprijs van de stikstofaanpak voor de landbouw. Bij de begrotingsaanpassing-2015 zal de Vlaamse regering vaststellen welke bijkomende middelen kunnen worden vrijgemaakt. In september 2015 volgt dan een herstructureringsprogramma voor de zogenaamde ‘oranje’ bedrijven.
Joke Schauvliege: “Om de natuurdoelen te halen, moeten ook de landbouwers zware investeringen doen. Zij moeten daarvoor op een passende wijze worden vergoed en gecompenseerd.”
Het probleem in een notedop
De Habitat- (1979) en Vogelrichtlijn (1992) bepalen dat elke Europese lidstaat de noodzakelijke maatregelen moet nemen om de beschermde soorten en habitats op zijn grondgebied duurzaam in stand te houden.
De Europese regels bepalen dat activiteiten die een belangrijke negatieve impact kunnen hebben op het realiseren van deze natuurdoelen geen vergunning meer kunnen krijgen, tenzij de negatieve effecten worden weggenomen.
De Vlaamse regering werkt sedert april 2014 aan een programmatische stikstofaanpak om te vermijden dat de vergunningverlening vastloopt (zoals bijvoorbeeld in Nederland is gebeurd). Die aanpak heeft tot doel de stikstofneerslag afkomstig van landbouw, verkeer en industrie te verminderen.
Aangezien de landbouw, met ongeveer 25.000 veeteeltbedrijven een belangrijke bijdrage levert aan de stikstofneerslag, heeft de overheid in oktober 2014 een brief gestuurd naar elke individuele veehouder.
133 landbouwbedrijven hebben een impact van meer dan 50 procent op de kritische depositiewaarde van een habitat (de zogenaamde ‘rode’ bedrijven). De bedrijven van deze landbouwers, van wie de vergunning vervalt tussen 2014 en 2034, kunnen niet uitgebreid of opnieuw vergund worden. De economische leefbaarheid van hun bedrijf komt dus in het gedrang.
1.348 landbouwbedrijven hebben een impact tussen 50 en 3 procent op de kritische depositiewaarde van een habitat (de zogenaamde ‘oranje’ bedrijven). De bedrijven van deze landbouwers, van wie de vergunning vervalt tussen 2014 en 2034, kunnen alleen worden uitgebreid indien zij hun stikstofdepositie met 30 procent verminderen.
Voor de andere landbouwbedrijven werd een impact van minder dan 3 procent vastgesteld. Voor deze bedrijven zijn er geen gevolgen op het vlak van vergunningen.
Deze brieven en kleurencodes zijn gebaseerd op de aanwezige dierenaantallen uit de mestbankaangifte van 2013 en op de voorlopige vaststelling van de zoekzones waarbinnen de natuurdoelen moeten gehaald worden. Zij hebben een informatieve, maar geen juridische waarde. De aantallen kunnen mogelijk nog naar beneden worden bijgesteld, na de definitieve vaststelling van de zoekzones. De ‘rode’ bedrijven worden individueel begeleid door een ambtenaar van de Vlaamse Landmaatschappij.