Om de toekomst van de Belgische landbouw te waarborgen roept Fedagrim – de Belgische federatie van toeleveranciers van machines, gebouwen en uitrustingen voor de landbouw, de tuinbouw, de veeteelt en de tuin in België, in de sector vooral bekend als organisator van de tweejaarlijkse beurs Agribex – de beleidsmakers op dringend werk te maken van ‘een veel actiever landbouwbeleid’.
“De overheid kan en moet méér doen om een faire prijs en een leefbaar inkomen te verzekeren. Ook op Europees niveau dient veel assertiever en met een echt hart voor de Belgische landbouw opgetreden te worden. Alleen zo heeft de landbouw hier nog een kans. België heeft ook een geïntegreerd beleid nodig waar leefbare landbouw hand in hand gaat met de klimaatdoelstellingen, voedselbeleid en natuurbeheer”, luidt het in een persmededeling.
Als voorzet stelt Fedagrim een ‘Landbouwpact voor een faire en leefbare landbouw in België’ voor met daarin 10 concrete actiepunten.
1. Oprichting prijsobservatorium
Er moet meer billijkheid komen in de prijsvorming. Fedagrim vraagt de oprichting van een prijsobservatorium voor de landbouw dat transparant, gedetailleerd en in real-time in kaart brengt hoe de prijzen en marges in de opeenvolgende schakels van producent tot consument tot stand komt. Fedagrim roept alle partijen in de landbouwwaardeketen – van de leveranciers van machines of bestrijdingsmiddelen over de landbouwers, de coöperaties en de veilingen, tot de voedselverwerkende industrie en de distributeurs – op om op een transparante manier te laten zien hoe de prijs van het product in de winkel tot stand komt. Door de toegevoegde waarde in iedere schakel af te zetten tegen de risico’s ervan, kan een faire afweging gemaakt worden die de landbouwersgezinnen een leefbaar inkomen biedt. Om dit doel te bereiken vraagt Fedagrim de oprichting van een Prijsobservatorium.
2. Grondbank moet toegang tot landbouwgrond regelen
Landbouwers krijgen steeds moeilijker toegang tot landbouwgrond. Een grondbank zou de druk op de grondprijs kunnen verlichten en de overdracht van gronden tussen landbouwers vergemakkelijken. Toegang tot grond is, naast een faire prijs, één van de cruciale sleutels om het voortbestaan van de landbouw in ons land te garanderen. Geen enkele landbouwactiviteit kan momenteel de prijs van landbouwgrond in België economisch rechtvaardigen. Bovendien komt de concurrentie voor de schaarse landbouwgrond uit vele hoeken, vaak zonder landbouwachtergrond. Fedagrim vraagt daarom om de oprichting van een grondbank te onderzoeken. Een centrale grondbank kan de toegang vrijwaren tot landbouwgrond voor landbouwers, de financiële risico’s voor beginnende landbouwers verlagen en de overdracht tussen generaties vergemakkelijken. Hoe meer gronden een dergelijke grondbank bevat, hoe meer hij op de prijs kan wegen en hoe beter de bank gronden kan toewijzen onder landbouwers na bijvoorbeeld een onteigening of een erfenis.
3. Bewustmaking bij de consument van het landbouwerrisico
De consument moet veel gevoeliger gemaakt worden voor het landbouwerrisico en de kwaliteit van het landbouwproduct die daarvoor geleverd wordt. Consumenten worden door lage en stabiele prijzen voor voedsel van hoge Belgische kwaliteit afgeschermd van de schommelende prijzen. Hierdoor is een verkeerde perceptie ontstaan over de bijdrage die daarin door landbouwers wordt geleverd. Het harde werken van boeren vertaalt zich niet in loon naar werken. Zowel de landbouwer, zijn leveranciers, afnemers én de overheid zouden de consument meer inzicht moeten bieden en hen bewuster maken van de risico’s in de landbouw zoals klimaatschommelingen of natuurrampen. Ondanks deze risico’s blijven Belgische landbouwers kwaliteitsproducten afleveren.
4. Kwaliteitsverschil Belgische producten zichtbaar maken
Net zoals in andere economische sectoren moet in de prijs van verschillende landbouwproducten het kwaliteitsverschil van producten zichtbaar gemaakt worden. Fedagrim roept alle schakels tussen de landbouwer en de consument op om hun keuze voor landbouwproducten van ‘Belgische’ kwaliteit prominent op de verpakking en in hun communicatie weer te geven. De huidige communicatie is veel te braaf en te onzichtbaar. Op die manier is het duidelijk dat Belgische kwaliteit een prijskaartje heeft en dat dit een kwaliteitstoeslag in de prijs met zich meebrengt. Fedagrim is er echter geen voorstander van om die toeslag door de consument zelf te laten betalen.
5. Verzekeringsstelsel tegen inkomensverlies
Fedagrim vraagt een verzekeringsstelsel tegen inkomensverlies en een specifiek beleid voor armoedebestrijding bij landbouwers. Boeren en tuinders werken met levend materiaal, ze zijn blootgesteld aan natuurrampen, ze produceren een strategisch belangrijk goed. De risico’s eigen aan het landbouwerbestaan vereisen daarom een specifieke aanpak om het inkomen van hun gezinnen te beschermen. Fedagrim roept beleidsmakers op om – in samenspraak met private verzekeraars – een gestandaardiseerde inkomensverzekering en een specifieke armoedebestrijding in België vorm te geven. Fedagrim wil daarin de ‘best practices’ uit andere landen herkennen: een minimaal gegarandeerd gezinsinkomen, spaarformules die rekening houden met de opeenvolging van vette en magere jaren, en fiscale prikkels die recht doen aan het ondernemerschap in de landbouw.
6. Pensioenstelsel onafhankelijk van grond
Een fair pensioenstelsel voor de landbouwer mag niet afhankelijk zijn van één pijler – grond. Veel landbouwers hebben tijdens hun loopbaan weinig mogelijkheden om een aanvullend pensioen op te bouwen. Hun pensioen steunt eigenlijk op één enkele pijler: de waarde van de landbouwgrond die sommigen onder hen bezitten. Sommige grote industriespelers en beleggers spelen hierop in en doen de landbouwer op het einde van zijn carrière een aanbod dat moeilijk te weigeren valt. De overdracht van landbouwgrond aan jongere landbouwers komt hierdoor nog meer in het gedrang. Fedagrim roept de overheid op om in samenspraak met private, financiële instellingen spaarformules op te zetten die landbouwers toelaten om flexibeler een leefbaar pensioen bij elkaar te kunnen sparen.
7. Landbouw MOET een strategische keuze zijn
Fedagrim eist dat de overheid het beheer van de open ruimte waar landbouw en natuur samenkomen als strategisch beschouwt. Klimaatdoelstellingen, voedsel- en landbouwbeleid dienen daarom onder één beleidskoepel. Natuurbeheersorganisaties zijn de grootste landbouwers, en omgekeerd. Landbouwers zetten natuurlijke hulpbronnen om in voedingsproducten. Het behoeft dan ook geen betoog dat het beleid én de administratie rond duurzaamheid en circulariteit, rond voedselveiligheid en –zekerheid, en rond landbouw en natuurbeheer in de open ruimte onder één koepel dient te komen. In de praktijk blijken de eisen en verwachtingen van de administratie op ieder van die beleidsdomeinen elkaar nog al te vaak tegen te spreken. Als België het beheer van de schaarse open ruimte, de bescherming van het milieu én de lokale productie van gezond en veilig voedsel strategisch belangrijk vindt, dan verwacht Fedagrim méér coördinatie en slagkracht door de administratie van die beleidsdomeinen samen te brengen.
8. Positief investeringsklimaat
De landbouw heeft nood aan een positief investeringsklimaat dat verandering mogelijk maakt. Landbouwers zijn eerst en vooral ondernemers, en niet louter producenten. Zij willen daarbij graag aan alle kwaliteitsnormen tegemoetkomen om op een duurzame manier gezond en veilig voedsel te produceren. In ruil verwachten ze een overheid die méédenkt over innovatie in plaats van administratieve overlast; landbouwvriendelijke financiële voorwaarden zoals flexibele afschrijvingen en een fiscale wetgeving die hun ondernemerschap erkent en voeling houdt met de landbouwspecifieke risico’s zoals het weer en de klimaat wijziging.
9. Gelijke kansen voor België in Europa
Fedagrim eist van de Belgische overheden dat ze op Europees vlak meer doen om een internationaal level playing field te creëren waarin onze landbouwers nog internationaal kunnen concurreren. De bijzonder hoge eisen die België en Europa stellen aan de veiligheid van voedsel voor de mens, het dierenwelzijn en de impact op de omgeving creëren hoge handelsbarrières. Aangezien niet alle EU-landen dezelfde hoge normen hanteren als België, worden ‘onzichtbare’ handelsbarrières opgeworpen die Belgische boeren benadelen. Die onzichtbare barrières werken in het nadeel van onze landbouwers in plaats van andere landen aan te zetten om onze kwaliteitsnormen te hanteren. Fedagrim verwacht van de Belgische overheden dat zij op Europees niveau meer actie ondernemen tegen deze handelsbarrières.
10. Sterk Belgisch keurmerk
Fedagrim vraagt om meer promotie van een Belgisch keurmerk dat onze landbouwproducten afzet tegen hun minderwaardige tegenhangers op de wereldmarkt en een faire prijs voor de geleverde kwaliteit mogelijk maakt. De geglobaliseerde markt voor landbouw- en voedselproducten maakt weinig onderscheid tussen de kwaliteitsvolle productie hier en de vaak minderwaardige producten uit andere landen. Ondanks alle kwaliteitsnormen die de Belgische landbouwer worden opgelegd, heeft hij weinig greep op de prijs waaraan hij moet leveren. Fedagrim vraagt de overheid om meer in te zetten op een Belgisch keurmerk. Daarmee kunnen de producten van hier (h)erkend worden en kan een faire prijs voor de geleverde kwaliteit mogelijk worden. Op die manier stimuleren we de landbouwer om die kwaliteit te blijven leveren. Fedagrim pleit voor een doorgedreven positionering in de markt voor het collectief van alle Belgische landbouwproducten. De Belgische troef moet kwaliteit zijn.
Bron: Fedagrim – 9 november 2017