De Europese Vleesfederatie UECBV noemt de impact van een ‘harde Brexit’ op de Europese en Belgische vleessector ‘catastrofaal’. FEBEV onderschrijft die stellingname en roept op tot het instellen van een lange overgangsperiode.
De UECBV publiceerde een rapport waarin de impact van een harde scheiding tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU op de vleessector berekend wordt. De voornaamste conclusies van deze simulatie, die beschouwd kan worden als een worst case scenario, zijn:
- De hoge invoertarieven zouden ervoor zorgen dat de Europese export van rundvlees met 84%, van varkensvlees met 48% en van schapenvlees met 76% zou dalen.
- De zelfvoorzieningsgraad in de EU zou stijgen, waardoor de prijzen van rundvlees en van varkensvlees respectievelijk met gemiddeld 8 en 7 procent zullen dalen.
- De Europese productiewaarde zou voor rundvlees met 2,4 miljard euro afnemen rundvlees en met 2,3 miljard euro voor varkensvlees.
- 32.000 jobs zouden verloren gaan.
Een harde Brexit zou volgens dit rapport veel harder aankomen dan het Russische embargo.
In 2016 exporteerde België 2.558 ton rundvlees en 33.433 ton varkensvlees naar het Verenigd Koninkrijk. Hiermee is België voor rundvlees de zevende en voor varkensvlees de vierde grote exporteur. Daarnaast importeert België 13.542 ton varkensvlees en 4.830 ton rundvlees uit het Verenigd Koninkrijk. (2016, Eurostat, VLAM).
De catastrofale conclusies uit dit rapport zouden op basis van deze exportgegevens dan ook in grote mate gelden voor de Belgische vleessector. Daarom sluit FEBEV zich volledig aan bij de conclusies en oproep van de UECBV om:
- een lange overgangsperiode in te stellen om bedrijven de kans te geven zich aan de nieuwe afspraken aan te passen;
- nieuwe handelsakkoorden uit te werken;
- in het Verenigd Koninkrijk en in de EU een gelijklopende wetgeving in te stellen;
mechanismen om de markt te ondersteunen te implementeren.
Bron: FEBEV – 5 december 2017