Om de verduurzaming te bewerkstelligen en de klimaatdoelstellingen te halen, maakt Open Vld zelf geen keuze voor de sector. Het beleid moet de doelstellingen vastleggen, het is aan de sectoren, dus ook aan de landbouwsector, om te bepalen hoe ze die doelstellingen zullen halen.
De partij heeft het dus eerder over landbouwbedrijven op maat. Dat kunnen kleinschalige, grootschalige of niches zijn. De familiale landbouw maakt daar onlosmakelijk deel van uit. Maar ook rond stadslandbouw en korte keten wil Open Vld volwaardige concepten uitwerken.
Ook Open Vld wil inzetten op de taakverbreding van de landbouwerstaken: natuurbeheer, educatie, zorg, toerisme, agroforestry, zelfvermarkting, het kan er allemaal deel van uitmaken en de landbouwer moet er ook een correcte vergoeding voor krijgen.
De partij verlangt van de sector een sluitend landbouwpact dat ervoor zorgt dat de concrete klimaat- en ecologische doelstellingen die het beleid oplegt, effectief gehaald worden. Daarbij wordt rekening gehouden met de resultaten die in de afgelopen 20 jaar al gehaald zijn.
De sector moet het pact onderhandelen, de overheid zal permanent monitoren, tussentijds evalueren en indien nodig, bijsturen. Zo wil Open Vld voorkomen dat met dit pact hetzelfde gebeurt als met de vergroenings- en verduurzamingsmaatregelen van het GLB in het verleden, namelijk dat ze te weinig opgevolgd en gehandhaafd werden.
De partij is zeker pleitbezorger van gezondere voeding maar is er alvast geen voorstander van om burgers bepaalde voedingsgewoonten aan te praten, laat staan op te leggen. Mensen mogen kiezen welk dieet ze volgen en moeten diegenen die een ander dieet volgen, niet meteen veroordelen.
Daarnaast wijst OpenVld erop dat bij het terugdringen van de broeikasgasemissies, de volledige keten en alle stappen in het voedselproces onderzocht en meegenomen moeten worden. Er is alleszins werk aan de winkel, besluit de partij.
De sector moet het probleem onderkennen en constructief aanpakken, bijvoorbeeld door opportuniteiten in de sector te zoeken. Het beleid kan dit dan ondersteunen door de sector voldoende flexibel te benaderen en zo een model op maat te laten uitwerken. Innovatie speelt daar zeker een grote rol in. Denk aan de vermindering van de methaanuitstoot door aangepaste diervoeding, de zoektocht naar aangepaste rassen en rasveredeling, alternatieven voor ingevoerde soja maar ook alternatieve landbouwmodellen.
Technologische innovatie moet dus op alle vlakken gestimuleerd en gebruikt worden want de landbouwsector is niet alleen deel van het klimaatprobleem maar zeker ook deel van de oplossing.
Voor de landbouwers die toch stoppen, ziet Open Vld een warme sanering enkel als een noodoplossing. Belangrijker is het om te focussen op de reconversie van de veeteeltbedrijven waar de activiteiten stoppen omdat de landbouwer met pensioen gaat. Deze moeten maximaal via een gericht investeringsbeleid gestimuleerd worden naar andere landbouwactiviteiten dan de rundvee- of de varkenshouderij. Zo wordt de veestapel op een economisch verantwoorde manier afgebouwd en kunnen de betrokken boeren verder werken aan een gediversifieerder en economisch leefbaarder businessmodel.
Bron: Hilde De Wachter in de reeks ‘Hoe duurzaam moet het landbouwbeleid worden na 26 mei 2019?’. Die kwam tot stand met steun van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling.