De Europese Unie en de Zuid-Amerikaanse landen Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay hebben een handelsovereenkomst gesloten. Hierdoor wordt de onderlinge handel tussen de EU en de zogeheten Mercosur-landen veel makkelijker. De Europese landbouwkoepel Copa-Cogeca vreest de vleesimport uit vooral Argentinië en Brazilië en wijst het akkoord daarom onomstotelijk af.
Volgens EU-landbouwcommissaris Phil Hogan is er geen reden om bang te zijn dat Zuid-Amerikaanse landbouwproducten de Europese markt overspoelen. Tijdens een persconferentie zei Hogan dat de EU gaat werken met importquota, zodat elk risico kan worden uitgebannen dat producten uit Zuid-Amerika het bestaan van Europese boeren gaan bedreigen. Tegelijkertijd maakte Hogan ook bekend dat er een steunfonds komt van 1 miljard euro voor sectoren die als gevolg van het handelsakkoord toch in de knel komen.
Lagere heffingen
De onderlinge handel tussen de EU en de vier Mercosur-landen bedroeg vorig jaar ruim 87 miljard euro. Omdat handelsbarrières verdwijnen, besparen Europese bedrijven jaarlijks meer dan 4 miljard euro aan importheffingen. De inschatting van Copa-Cogeca is dat vooral de vleessectoren in de EU-lidstaten onder druk komen te staan. De sectoren wijn en zuivel kunnen er juist van profiteren, omdat de importtarieven in de vier Mercosur-landen fors omlaag gaan.
In Duitsland klinkt vooral blijdschap over de op handen zijnde deal; de autofabrikanten staan klaar om hun voertuigen massaal naar de overkant van de Atlantische Oceaan te exporteren. Maar het Mercosur-akkoord betekent ook dat de Zuid-Amerikaanse landen hun landbouwproducten gemakkelijker in Europa kunnen afzetten. Van verschillende kanten wordt gewaarschuwd voor de import van goedkoop vlees.
Ook consumenten- en milieuorganisaties hebben kritiek op het akkoord. De fytosanitaire, dierwelzijns- en milieustandaarden in Zuid-Amerika zijn immers minder streng dan in Europa. Door het akkoord zouden producten van mindere kwaliteit vrijelijk in Europa op de markt kunnen worden gebracht. Ook de Europese boerenbond vreest hierdoor voor een verslechtering van de concurrentiepositie van de boeren in Europa. Vooral boeren met kippen en vleesvee maken zich zorgen.
Reacties ABS en BB
Het handelsakkoord moet nog door de lidstaten en het Europese Parlement worden goedgekeurd. Dat is geen gelopen race. Behalve ons eigenste België zijn vooral Frankrijk, Polen en Ierland erg kritisch.
Het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) noemt het akkoord ‘een misbaksel zonder voorgaande’ met verregaande gevolgen voor de Europese landbouw. “De bijkomende douanerechtenvrije import van 99.000 ton rundvlees, 100.000 ton kippenvlees en 180.000 ton suiker legt een onaanvaardbare bijkomende druk op de Europese markten, waar de eigen Europese landbouwers het in die sectoren reeds zeer moeilijk hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Ook vandaag blijft onze boodschap duidelijk: wij zitten niet te wachten op de bijkomende tonnen rund- en kippenvlees bovenop de reeds jaarlijks geïmporteerde hoeveelheden en al zeker niet zonder sluitende garanties over de traceerbaarheid en kwaliteit ervan. We herinneren ons nog levendig de massale fraude bij de export van Braziliaans vlees naar Europa van een paar jaar geleden”, aldus een mededeling van het ABS ter zake.
Volgens Pieter Verhelst, lid van het hoofdbestuur Boerenbond, bedreigt het akkoord het Europese landbouwmodel. “Het is onbegrijpelijk dat via het handelsbeleid de deur geopend wordt voor producten en productiemodellen die zeer ver af staan van de Europese verwachtingen rond landbouw en voeding, terwijl in Europa een verhit debat woedt over het verder vergroenen van de Europese landbouw en het nog sterker inspelen op allerlei maatschappelijke verwachtingen. De Europese boeren, burgers en consumenten willen staalharde garanties dat het Europees lastenboek wordt nageleefd, ook bij invoer”, aldus de mededeling vanwege Boerenbond. “De Europese landbouwsector kan niet drie keer het kind van de rekening worden: sterke druk vanuit de Mercosur op onze markt, minder budget voor landbouw en een veeleisender landbouwbeleid. Zonder de nodige garanties, evenwichten en compensaties dreigt het Europese familiale landbouwmodel het onderspit te delven.”