Vlaams minister van Landbouw en Voeding Hilde Crevits kondigt aan dat land- en tuinbouwers vanaf eind deze maand gebruik kunnen maken van een overbruggingslening. Ook toeleveranciers in de agrifoodsector kunnen rekenen op overbruggingsmogelijkheden. Voor deze maatregel wordt voor alle sectoren samen in totaal 100 miljoen euro uitgetrokken.
Minister Crevits reageert daarmee in het Vlaams parlement op een vraag van Vlaams parlementslid Bart Dochy.
Via het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) zal eind deze maand een coronaregeling en een aanvraagmodule open worden gesteld, die toelaat dat bedrijven waaronder land- en tuinbouwers een overbruggingslening kunnen aangaan bij de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV).
Voor bedrijven met minder dan 50 werknemers die voldoen aan de voorwaarden is er een overbruggingslening mogelijk tot maximaal 200.000 euro aan een intrest van 1 procent die uitgesteld moet terugbetaald binnen een periode van 36 maanden waarbij men eerste 12 maanden uitstel van terugbetaling kan bekomen. Er wordt in totaal in 100 miljoen euro voorzien voor deze maatregel, voor alle sectoren samen.
Ook toeleveranciers in de land- en tuinbouw die in een financieel moeilijke situatie terecht gekomen zijn, zullen een beroep kunnen doen op deze lening en kunnen vandaag al een beroep doen op de waarborgsystemen van PMV. Het gaat om een waarborgbeheer bij overbruggingskredieten tot 750.000 euro met een waarborg van 75 procent en terugbetaalbaar op 10 jaar. Ook de Gigarantregeling staat nog steeds open, ook voor de land- en tuinbouwbedrijven.
Er zal in de nabije toekomst nagegaan worden hoe, bij de hertekening van het toekomstige kader voor waarborgverlening bij overbrugging door PMV, ook de primaire land- en tuinbouwbedrijven kunnen worden meegenomen volgens een analoge regeling afgestemd op de Europese voorwaarden die van toepassing zijn.
“Van de ketenpartners verwachten we intussen dat het genomen engagement om de volledige varkenssector te versterken nu ook in acties uitmondt”, aldusminister van Landbouw en Economie Hilde Crevits.