De voorbije weken werkten Boerenbond, ABS, BCZ, BFA, Febev, Fedagrim, Fenavian en Fevia Vlaanderen aan een gezamenlijke positionering in het stikstofdossier. De ketenpartners willen oplossings- en toekomstgericht, vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid (binnen- en buitenland, landbouw- en niet-landbouw) meewerken aan en ijveren voor een stabiel en rechtszeker kader.
De voorbije 30 jaar werd de ammoniakuitstoot in Vlaanderen met de helft verminderd. Toch erkennen de ketenpartners dat een verdere daling van stikstofemissies, ook binnen de landbouwsector, zich opdringt. Ze beklemtonen echter wel dat het stikstofdossier zich niet beperkt tot één specifieke sector. “Als we met zijn allen een verdere verduurzaming van Vlaanderen mogelijk willen maken, moeten alle actoren en sectoren hun steentje bijdragen. Het spreekt ook voor zich dat reeds geleverde inspanningen in rekening gebracht worden bij het uittekenen van het toekomstige beleid. Bovendien is 58 procent van de totale stikstofneerslag op de kwetsbare Europese natuur in Vlaanderen uit het buitenland afkomstig. Met uitsluitend lokale oplossingen zullen we de doelstellingen dan ook onmogelijk kunnen bereiken; een grensoverschrijdende aanpak dringt zich dan ook op”, schrijven ze.
Ze pleiten dan ook voor een ‘realistisch en stabiel wetgevend kader, dat de keten op lange termijn rechtszekerheid biedt’. In het bijzonder vragen ze de Vlaamse overheid om rekening te houden met en in te zetten op de volgende elementen:
- Bedrijven moeten de kans en ruimte blijven krijgen om hun bedrijfsvoering eco-efficiënt te optimaliseren of aan te passen en zich zo op een duurzame en toekomstgerichte manier te blijven ontwikkelen. Dit vraagt grote investeringen die de landbouwbedrijven niet in hun opbrengstprijzen kunnen doorrekenen. Voor deze noodzakelijke extra investeringen als gevolg van een versneld bijgestuurd beleid zullen onze toekomstgerichte landbouwbedrijven ondersteund moeten worden door de Vlaamse overheid. Dit vraagt verder extra ondersteuning voor onderzoek en ontwikkeling in het teken van de verdere en versnelde verduurzaming van de ganse landbouw- en voedingsketen.
- Het is het voor Vlaanderen van strategisch belang een lokaal verankerde voedselproductie te hebben. Deze zorgt niet alleen voor voedselzekerheid in onzekere tijden, maar resulteert ook in een lage milieu-impact en maakt een beter zicht en beter toezicht op emissies mogelijk. De ketenpartners stellen dat ze allen ijzersterke fundamenten hebben om middels ondersteuning voor consumptie van bij ons, de productie van bij ons op een blijvend duurzame manier te garanderen. “We hebben alle elementen – gunstig klimaat, vruchtbare bodem, ambitieuze, hoogopgeleide landbouwers-ondernemers en veel gedreven familie en lokaal verankerde landbouw- en voedingsbedrijven met goesting – om dat pionierschap te blijven waarmaken”, luidt het.
De ketenpartners stellen te ‘weten welke uitdaging er voor hen ligt’. Ze beklemtonen in hun verklaring dat de oplossingen die gevonden moeten de hele samenleving aanbelangen. “Dit vereist een open dialoog met de sectoren die mee zullen bijdragen aan de oplossing. De keten staat alvast klaar om deze uitdaging vast te nemen. In dialoog en concertatie zoeken we naar haalbare en betaalbare oplossingen om de ammoniakemissies terug te dringen.”
De ketenpartners erkennen dat een generiek beleid om de verduurzaming te versnellen daarvoor de basis zal zijn, aangevuld met specifieke maatregelen al naar gelang het gebied. “De effectiviteit, de financiële haalbaarheid en de efficiëntie van de maatregelen in verhouding tot de ecologische winst moet daarbij ook in rekening worden gebracht”, schrijven ze. Het is hun overtuiging dat innovatie hen hierin zal kunnen ondersteunen.
Besluitend stellen ze als ondernemers ‘een stabiel beleid te verwachten dat hen toelaat keuzes te maken, ondersteuning te ontvangen bij de transformatie die ze moeten realiseren alsook waardering en respect voor de inspanningen die ze reeds leverden en nog zullen leveren’.
Voor het volledige document klik HIER