De agrovoedingsketen, vertegenwoordigd door sectorfederaties Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ), Belgian Feed Association (BFA) en Federatie van het Belgisch Vlees (FEBEV), sluit zich aan bij de acties die de Vlaamse landbouwers op 1 december voerden. Zij wijzen er met klem op dat het beleid ook de totale agro-voedingsketen zwaar raakt.
Er werken bijna 90.000 mensen in de landbouwsector. Dat is ongeveer 2 procent van de totale werkende bevolking. Bijkomend zijn maar liefst 15.000 mensen werkzaam in de agrovoedingssector (zuivelindustrie, vleessector en veevoederbedrijven). Die sectoren realiseren samen een totale jaarlijkse omzet van 12,7 miljard euro en leveren een wezenlijke positieve bijdrage van 1,7 miljard euro aan de handelsbalans van Vlaanderen. De gebrekkige vergunningverlening bij landbouwbedrijven ten gevolge van het stikstofarrest zorgt voor verregaande gevolgen en een domino-effect dat de hele voedingsproductie in Vlaanderen en België zal treffen. Door dit arrest is het momenteel namelijk onmogelijk voor veehouders om investeringen door te voeren om aan striktere milieu (-en klimaat) normeringen te voldoen, naast andere maatschappelijk relevante thema’s zoals de verhoogde aandacht voor meer dierenwelzijn en de eiwittransitie.
Dat domino-effect wordt versterkt door het niet-productieve karakter van deze investeringen die de landbouwers moeten maken maar niet kunnen verrekenen in hun bedrijfsvoering. “Zonder overheidssteun om die essentiële investeringen te maken, zullen we onvermijdelijk een grote impact zien op handelssaldo en tewerkstelling in de hele keten. Gezien het grote aandeel van onze sectoren aan de totale handelsbalans in Vlaanderen en België kan dit enorme proporties aannemen. Daarom is het cruciaal vandaag als agrovoedingssector onze steun te betuigen aan de landbouwsector”, aldus Katrien D’hooghe van BFA.
Michael Gore, gedelegeerd bestuurder bij FEBEV onderstreept het belang van voedselzekerheid:“Voedselproductie in eigen land is van cruciaal belang. We hebben tijdens de covid-19 pandemie ook voldoende voorbeelden gezien waarbij problemen met toevoer van ingrediënten voor schaarste kan zorgen. Het is dan ook van vitaal belang voor ons land om onze voedselproductie van zo’n impact te vrijwaren.
“In de zuivelindustrie is de afgelopen 10 jaar voor ruim 1,3 miljard euro geïnvesteerd. Onze bedrijven zijn uitgegaan van een gematigde groei voor de komende jaren van rond 2 procent per jaar. Als je dan 5 jaar vooruitkijkt, kom je uit op een groei van 10 procent. Zelfs met een impact van amper 15 procent op onze sector zit je met een overcapaciteit van 25 procent. Dit betekent dat investeringen ten bedrage van 200 tot 250 miljoen euro niet gevaloriseerd kunnen worden en een puur verlies zijn voor de sector. In de zuivelindustrie investeren de melkveehouders in belangrijke mate zelf in hun verwerkend bedrijf. Een melkveehouder wordt dus mogelijks dubbel getroffen: via omzetverlies op zijn eigen melkveebedrijf door toename van de kosten, en via zijn investering in het verwerkend zuivelbedrijf die hier nu op de helling staat”, aldus Renaat Debergh, afgevaardigd bestuurder van BCZ. “Ook binnen de slachthuizen en uitsnijderijen, net als de toeleverende keten naar de landbouw, zal overcapaciteit in eerste instantie zorgen voor een financiële kater”, aldus nog Michael Gore (FEBEV). “De afgelopen jaren zagen we substantiële investeringen in de slachtinrichtingen gebeuren om te voldoen aan alsmaar strenger wordende eisen. Het gevolg van de maatregelen op niveau van de landbouw zal leiden tot overcapaciteit bij onze installaties, met gevolgen voor tewerkstelling en onze capaciteit om de vierkantsverwaarding van onze producten te garanderen.”
Fotografie: Twan Wiermans