In een reactie op de massabetoging van landbouwers – vooral melkveehouders en varkenshouders – op 7 september in Brussel kondigde de Europese Commissie aan 500 miljoen euro uit te trekken om de liquiditeitsproblemen op de bedrijven te ledigen. Hoe dat geld precies verdeeld zal worden, is op dit moment alles behalve duidelijk. Maar alles wijst er op dat het vooral de melkveehouderij zal zijn die vooraan in de rij zal staan. Van structurele maatregelen die de varkenshouderij uit het moeras zouden kunnen halen, geen spoor in het voorstel van de Commissie.
Wel al concreet is dat de EU-lidstaten tot 70 procent (20 procent meer dan de gebruikelijke 50 procent) van de normale Europese inkomenssteun vervroegd zullen mogen uitbetalen. Verder grijpt de Commissie naar de bekende lapmiddelen: EU-steun voor private opslag van zowel zuivel als varkensvlees, fondsen voor extra promotie en de belofte van meer inspanningen op het vlak van export. Zo is er nu behalve van promotiebezoeken aan China en Japan, ook sprake van prospectie in Mexico en Colombia.
Ook verklaarde de Commissie begrepen te hebben dat de marktinformatie verschaft door het observatorium dat daartoe werd opgericht, verfijnd moet worden. Ten slotte wordt er een high level group opgericht om het dossier verder op te volgen. Ook dat is een bekend recept. Het luidt nu dat de werkgroep zich vooral zal bekommeren om dossiers inzake kredietverstrekking, handel op lange termijn en het versterken van de positie van de landbouwers, de ‘primaire producenten in de keten’ genoemd.
Het hele voorstel is echter doordrongen van een zurige melkgeur. Zo wordt er bijvoorbeeld ook expliciet gesteld dat zal worden nagegaan of het Zuivelpakket voldoende benut wordt. De evaluatie van die specifieke maatregelen ingesteld bij de uitfasering van het melkquotum wordt met 2 jaar vervroegd naar 2016.
Er is echter nergens sprake van structurele maatregelen, zoals het instellen van een stabiliseringsfonds of één of andere vorm van productiebeperking of mechanisme dat daartoe kan leiden.