Zeg niet langer “GMP” maar – bij voorkeur voluit – “Feed Chain Alliance”. Want dat is de nieuwe naam die het overlegplatform Ovocom, op haar algemene vergadering in Brussel gehouden, voortaan aan de GMP-regeling geeft. Voor de gelegenheid werd meteen ook een nieuw logo onthuld.
Dat symboliseert de letter Q; jawel van kwaliteit maar dan in het Engels, quality dus. Ovocom vindt de tijd immers rijp om haar reputatie van kwaliteitsbewaker van de diervoederstromen op nationaal vlak nu ook meer internationale allure te geven, met uitwisselbaarheid als grote uitdaging.
Ter herinnering; de overleggroep zag het levenslicht in 2001, in de nasleep van de dioxinecrisis die de dierlijke sector in België over de hele lijn hard trof. Intussen echter wast ons landje inzake voedselveiligheid witter dan wit. De strengere reglementering die de handel, de levensmiddelenindustrie, de mengvoerindustrie en de transportsector – want over die vier niveaus strekt het Ovocom-overleg – zichzelf oplegden, dwingt internationaal respect af.
Toch staat het model onder druk, zo blijkt uit de toespraak van Yvan Dejaegher op de algemene vergadering. “Sommige buitenlandse modellen promoten een leveranciersaudit door eigen mensen in surplus op de GMP-audit”, stelde de Ovocom-voorzitter. “Dit ondermijnt het verticale model waar we zo lang en intensief in geïnvesteerd hebben.” Dejaegher duidde met zoveel woorden op de GMP-plus, maar ook op het recente SecureFeed-initiatief in Nederland in 2014 opgericht als een uitloper van de aflatoxine-crisis die zuivelsector bij onze noorderburen trof.
De voorzitter benadrukte bij herhaling dat men voor een collectieve aanpak moet blijven gaan. Samen met Ovocom-directeur Katrien D’Hooghe heeft hij zich dan ook voorgenomen om Ovocom verder uit te bouwen als een kenniscentrum met als taak; “de verworven kennis en ervaring te collecteren, te actualiseren en verder uit te dragen naar auditoren die grondig en duurzaam zullen worden opgeleid”.
Ook de intentie van de Nederlandse mengvoederindustrie om over te stappen naar een individuele certificering van de aankoop van duurzame soja valt bij Ovocom niet in goede aarde. Dejaegher kan ergens nog begrijpen dat de beslissing in een nationale (versta, Nederlandse) context genomen wordt. “Maar het Belgische systeem niet meer aanvaarden is een stap te ver”, klonk het. “Dit is werkelijk een bridge too far”, besloot de voorzitter met een luide oproep om te blijven overleggen. Een aantal Belgische mengvoederfabrikanten riskeert – bijkomende controles en dus kosten niet te na gesproken – straks immers niet langer met voeder in België geproduceerd klanten in Nederland te kunnen beleveren. Een scenario dat zich mogelijk ook ten aanzien de brede regio Noord-Frankrijk kan manifesteren.
Fefac, de overkoepelende organisatie van Europese mengvoederfabrikanten, neemt in deze jammer genoeg geen initiatief. Met de nieuwe naam en het nieuwe logo zijn de Belgen alvast klaar om de internationale arena inzake de controle van de diervoederstromen met nog meer bravoure te betreden. Wordt ongetwijfeld vervolgd.