De deputatie van de provincie Antwerpen verleende op 22 januari 2015 de milieuvergunning aan nv De Lokery voor de exploitatie van een slachthuis te Westerlo.
De Lokery nv exploiteert momenteel een varkensslachterij te Lokeren en wenst haar slachtcapaciteit uit te breiden om het bedrijf meer rendabel te maken. Omdat op deze locatie de beoogde uitbreiding van de slachtcapaciteit niet mogelijk was, wenst men de slachterij te verplaatsen naar het industrieterrein te Westerlo. De milieuvergunningsaanvraag omvat de exploitatie van een nieuw te bouwen slachthuis met een slachtcapaciteit van 40.000 varkens per week.
“Met deze beslissing volgt de deputatie de gunstige adviezen die door de bevoegde instanties werden uitgebracht. Maar het provinciebestuur nam zeker ook het advies van het college van burgemeester en schepenen en de vele bezwaren die werden ingediend ter harte door bijkomende strenge voorwaarden op te leggen”, aldus gedeputeerde Rik Röttger, bevoegd voor Leefmilieu en Milieuvergunningen. “Door het verlenen van deze milieuvergunning geven we De Lokery als ondernemer de mogelijkheid om in de Kempen een nieuwe economisch activiteit te ontplooien en arbeidsplaatsen te creëren, maar we beperken tegelijkertijd de mogelijke hinder voor mens en leefmilieu aanzienlijk.”
Strengere voorwaarden
“De deputatie heeft de toegekende milieuvergunning verstrengd door naast de sectorale voorwaarden ook een aantal bijkomende bijzondere voorwaarden op te leggen. Aangezien de meeste bezwaren vooral over geurhinder, mobiliteit en transport en de inplanting van het bedrijf nabij de woonkern gingen, werd hier bijzondere aandacht aan besteed”, aldus gedeputeerde Röttger.
Wat de mobiliteit betreft zal het nieuwe bedrijf, ondanks de grote slachtcapaciteit, weinig bijkomend wegverkeer met zich mee brengen. In totaal zal het aantal vrachten slechts met 65 per dag toenemen. Bovendien engageert de exploitant zich om enkel de transportroute langs de fly-over naar de E313 te gebruiken zodat de lokale woonkern van Oevel niet belast zal worden.
Om geurhinder te vermijden moet de exploitant investeren in verticale biofilters in plaats van een klassieke biofilter of een biologische luchtwasser. De verticale biofilters geven het hoogste rendement, maar betekenen ook een meerkost voor de exploitant, zowel in de investering als de exploitatie gezien de hogere aankoopprijs, de aanzienlijke energetische en onderhoudskost. Het bedrijf zal bovendien meer dan het aantal noodzakelijke verticale biofilters installeren om de efficiëntie van de filters continu te garanderen.
De deputatie legt het bedrijf ook op om ten laatste 1 jaar na de opstart van de exploitatie een geurstudie op te maken om te evalueren of de biofilters voldoende geurverwijderingsrendement behalen. Andere bijkomende maatregelen moeten geluidshinder beperken, de goede werking van de openbare riolering en rioolwaterzuiveringsinstallatie garanderen.