Samen met 16 partners* uit de agrovoedingsketen lanceerde Vlaams minister van Landbouw en Voeding Hilde Crevits de nieuwe Vlaamse eiwitstrategie 2030. De strategie wil een duurzamere, diverse en toekomstgerichte eiwitvoorziening realiseren en bijdragen tot een grotere Europese zelfvoorziening in eiwitten.
Dat doet de Vlaamse eiwitstrategie 2030 aan de hand van zes thema’s:
- Duurzaam diervoeder: Tegen 2030 moet alle soja (of bijproducten zoals sojaschroot) in de Belgische diervoederindustrie een duurzaamheidslabel hebben en moet de helft van de gebruikte grondstoffen voor veevoeder bestaan uit nevenstromen van de voedings-en biobrandstoffenindustrie. Ook kan de landbouwer ter vervanging van voornamelijk uit de VS en Zuid-Amerika aangevoerde soja zelf meer eiwitrijk diervoeder produceren: veldbonen, erwten, lokale soja, klaverrijke graslanden en mengteelten.
- Duurzame dierlijke productie: zonder veehouderij is een circulaire landbouw niet mogelijk. Ook in Vlaanderen blijft een belangrijke plaats weggelegd voor de veehouderij, zowel in het kader van voedselzekerheid en -veiligheid als in functie van circulariteit en productie-efficiëntie. Dieren onderhouden het landschap, valoriseren niet door de mens verteerbare producten zoals gras en nevenstromen en hun mest dient om gewassen te voeden en koolstof in de bodem aan te brengen. De impact op klimaat, milieu, biodiversiteit en water moet echter gereduceerd worden. Nieuwe verdienmodellen en afzetmarkten worden gestimuleerd, van biologische veeteelt over korteketenverkoop tot energieproductie.
- Meer plantaardige eiwitten: de Vlaamse landbouw kan naast eiwitgewassen voor dierlijke consumptie, maar ook voor menselijke consumptie produceren. Zelfs voor van origine subtropische of mediterrane gewassen is dat mogelijk, zij het niet van vandaag op morgen. Aardappelen en mais hebben dat in het verleden aangetoond. Voor eiwitrijke teelten als soja en quinoa moeten er nieuwe ketens ontwikkeld worden om de landbouwers afzetzekerheid te bieden. Harmonie tussen aanbod en vraag zijn daarbij een kritische succesfactor.
- Meer nieuwe eiwitten: nieuwe eiwitbronnen hebben een plaats in veevoeding, voeding en de biogebaseerde economie. Enkele voorbeelden: insecten, algen, eendenkroos, microbiële eiwitten uit schimmels en bacteriën, cellulaire eiwitten zoals kweekvlees, eiwitten die gewonnen worden uit biomassareststromen uit de agrovoedingsketen. Vlaanderen moet een hotspot worden op het gebied van kennis, productie en verwerking van deze ‘nieuwe’ eiwitten.
- Meer productdiversiteit: er moet een breed aanbod komen van smakelijke, veilige en nutritioneel hoogwaardige eiwitproducten in de winkelrekken, zodat de consument voldoende keuze heeft. Hierbij speelt ook de eventuele verwerking van eiwitbron naar -product een belangrijke rol.
- Duurzame eiwitconsumptie: een gezond en duurzaam voedingspatroon houdt ook een gezonde, diverse, milieuverantwoorde en lokale eiwitconsumptie in. Dierlijke eiwitbronnen hebben daar een plaats in, maar een goede balans met meer plantaardige en alternatieve eiwitbronnen is noodzakelijk.
Minister Crevits: “In het kader van het relanceplan investeren we de volgende jaren 10 miljoen euro om de eiwitstrategie een stevige duw in de rug te geven. Ook in het gemeenschappelijke landbouwbeleid, dat vanaf 2023 wordt hervormd, willen we in extra stimulansen voorzien. Maar los van de middelen is het vooral belangrijk dat deze gemeenschappelijke eiwitstrategie ervoor zorgt dat alle neuzen in dezelfde richting staan. Dat is een belangrijke stap die we vandaag zetten. We hebben één gemeenschappelijk einddoel: samen kansen creëren voor welvaart, milieu en gezondheid door in te zetten op lokale, duurzame en gezonde eiwitten van productie tot consumptie.”
De komende maanden wordt een actieprogramma opgemaakt om uitvoering te geven aan de strategie. Elk van de partners levert hieraan een concrete bijdrage.
Reacties
In een reactie onderstreept Boerenbond dat een aantal hefbomen noodzakelijk zal zijn om de strategie te versterken. “Een goede onderlinge samenwerking en het stimuleren van die lokale eiwitketens zijn bepalend voor het welslagen van de Vlaamse eiwitstrategie. Alleen zo verduurzamen we onze voeding, bieden we de consument een Vlaamse keuze en creëren we kansen voor versterkte verdienmodellen voor onze akkerbouwers en veehouders”, besluit het persbericht vanuit Leuven.
“We hopen dat deze strategie zal leiden tot de vervanging van een groot deel van de ingevoerde soja voor het veevoer van onze veeteelt”, verklaarde Bioforum-directeur Lieve Vercauteren.
Katrien D’hooghe, managing director van de Belgian Feed Association, herinnert eraan dat de Belgische diervoederindustrie nu al jaarlijks fors investeert in de aankoop van duurzame sojacertificaten. “Tegen 2030 zal alle soja die door Belgische diervoederfabrikanten wordt gebruikt aan de FEFAC Soy Sourcing Guidelines en de FEFAC Deforestation Free criteria voldoen. Daarnaast streven we ernaar dat tegen 2030 50 procent van de gebruikte grondstoffen in de Belgische diervoedersector bestaat uit nevenstromen van de levensmiddelen- en biobrandstofindustrie. Elk BFA-lid krijgt daarom jaarlijks inzicht in zijn gebruik van nevenstromen ten opzichte van het gemiddelde in de sector. Nu bedraagt dit tussen de 40 en de 45 procent.”
Voor het totale plan klik Vlaamse Eiwitstrategie 2021-2030
*De betrokken partners in de eiwitstrategie zijn in alfabetische volgorde: Agentschap Zorg en Gezondheid, Agrolink, Algemeen Boerensyndicaat (ABS), Belgian Feed Association (BFA), Bioforum, Boerenbond, Bond Beter Leefmilieu, Comeos, Departement Economie, Wetenschap en Innovatie, Departement Landbouw en Visserij, Departement Omgeving, Fevia, Flanders’ Food, Groene Kring, Innovatiesteunpunt, Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), Unie Belgische Catering (UBC), Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO), Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) en Vlaams Instituut Gezond Leven.
Zij vertellen in onderstaand filmpje waarom ze het plan ondertekenden.
Bronnen: naar Kabinet Crevits, BB en Bioforum