De Vlaamse regering heeft afgelopen vrijdag dan toch een akkoord bereikt over de vertaling van het zesde ontwerp-mestactieprogramma in Vlaamse wetgeving. Eind december 2018 kreeg dit programma al groen licht van de Europese Commissie. Het blijft echter wachten op de vertaling ervan in Vlaamse wetgeving.
“Het ontwerp-mestactieprogramma bevatte al een heel aantal verstrengingen ten opzichte van het huidige MAP 5. Bovendien worden nu een aantal extra maatregelen opgelegd die voor de sector helemaal niet evident zijn en waarmee we het moeilijk hebben’’, stelt Sonja De Becker in een persbericht. De Boerenbondvoorzitter vindt het moeilijk om te aanvaarden dat de sector afgerekend wordt op factoren die ze niet in de hand heeft, zoals bv. periodes van droogte of overvloedige regenval, die de waterkwaliteit beïnvloeden.
Ook het afbakenen van gebieden op basis van grondwaterkwaliteit blijft voor Boerenbond lastig liggen. Het effect van bijkomende maatregelen op grondwaterlagen is niet altijd meteen zichtbaar. “Strenge maatregelen opleggen op basis van ontoereikende grondwaterkwaliteit in bepaalde regio’s – zonder dat duidelijk of zichtbaar kan aangetoond worden dat dit een gunstige impact zal hebben – is dan ook moeilijk om te aanvaarden”, aldus nog De Becker.
Vanuit Boerenbond klinkt het dat men zeer goed beseft dat extra maatregelen nodig zijn om de waterkwaliteit te verbeteren, maar dat sommige meerderheidspartijen eisten om verder te gaan dan wat de Europese commissie noodzakelijk acht, valt zwaar. Temeer daar vastgesteld wordt dat de Vlaamse regering ook de versoepelingen die in het ontwerp-mestactieprogramma voorzien waren voor gebieden waarin de waterkwaliteit – dankzij de inspanningen van de voorbije jaren – wél goed is, opnieuw geschrapt heeft. “Dat is teleurstellend en weinig motiverend”, noteert De Becker.
Positief is dan weer dat er nu een einde kan komen aan de onduidelijkheid, ook op het terrein. Boeren en tuinders hebben het recht om te weten waar ze aan toe zijn, vooral nu het plant- en bemestingsseizoen op gang komt. We rekenen er ook op dat de Vlaamse regering nu eensgezind alles op alles zet om het EU-nitraatcomité te overtuigen op korte termijn in te stemmen met de derogatie. Derogatie is immers bedoeld om veehouders onder strikte milieuvoorwaarden meer dierlijke mest te laten opbrengen zodat de nutriëntencyclus op het bedrijf meer gesloten is. Daarmee is derogatie een uitstekend voorbeeld van circulaire economie. Bovendien blijkt uit het monitoringsnetwerk dat deze derogatie geen enkele negatieve impact heeft op onze waterkwaliteit: de nitraatresidu’s op derogatiebedrijven scoren goed.
Het kabinet van minister Van den Heuvel meldde per 27 maart dat op voorstel van de Europese Commissie 28 lidstaten van de EU inmiddels een positief advies over de Vlaamse derogatie hebben gegeven. Dat opent de weg naar een definitieve goedkeuring. Voorwaarde is uiteraard dat het mestdecreet tijdig gestemd wordt in het Vlaams Parlement.
“We rekenen op een spoedige goedkeuring in het Vlaams parlement en op een duidelijke en snelle communicatie vanuit de overheid naar de land- en tuinbouwers over het nieuwe systeem, maar we beseffen dat MAP 6 een harde noot om te kraken wordt,’’ besluit Sonja De Becker.
Vanwege het ABS luidt het dan weer dat MAP 6 de sector ‘door de strot geramd’ wordt.
“Terwijl dwangvoedering bij eenden in Vlaanderen niet meer mag, veroorloven
sommige politici en kabinetsmedewerkers het zich om een ongemeen scherp
mestdecreet door onze strot te rammen”, stelt het ABS in een persbericht.
“Het intensief overleg tussen de landbouwsector, mestbank, VMM, wetenschappers en het kabinet van de minister voor omgeving en landbouw dat drie jaar duurde en het ontwerpactieplan baarde, dat reeds in openbaar onderzoek ging, wordt daarmee in de vuilnisbak gekieperd. Het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) vindt dit een flagrante miskenning van alle tijd en energie die gestopt werd in het zoeken naar bijsturingen aan het Mestdecreet en MAP 5. Dit om te komen tot een verfijning die haalbaar en toch enigszins verdedigbaar leek, zowel voor de sector als op politiek niveau. Het was duidelijk zonder de waard gerekend in de persoon van andersdenkenden en nieuwe opportunisten die willen scoren op kap van de land- en tuinbouwers.”
Wordt ongetwijfeld vervolgd.
Bronnen: Boerenbond 26 maart 2019 – Kabinet Van den Heuvel 27 maart – ABS 27 maart 2019