Michal Slany van het Veterinary Research Institute in de Tsjechische stad Brno publiceerde eerder dit jaar een studie over de impact van de consumptie van varkensvlees op de verspreiding van toxoplasmose. Hij onderzocht hierbij in het bijzonder de invloed van het productiesysteem op het aantal besmettingen.
De infectie, die in de volksmond ook wel de kattenziekte wordt genoemd, komt erg vaak voor bij de mens en is voornamelijk gevaarlijk voor zwangere vrouwen. Volgens cijfers van Sandra Hoffmann die in 2015 gepubliceerd werden in de Economic Information Bulletin, raken in de Verenigde Staten jaarlijks 87.000 mensen besmet met toxoplasmose. Hiervan kennen er ongeveer 350 een dodelijke afloop. 50 procent van alle besmettingen gebeurt via het eten van geïnfecteerde voedingsproducten, bijvoorbeeld bij het eten van vlees dat niet goed doorbakken is.
Slany ging na hoe vaak de parasiet voorkwam bij varkens op conventionele en biologische bedrijven en in de kleinschalige veeteelt. Die laatste groep wordt door Slany zogenaamd backyard production of ’achtertuinveeteelt‘ genoemd. Het gaat hierbij om hobbyboeren die slechts enkele dieren houden voor privégebruik.
Terwijl alle stalen in Tsjechië werden afgenomen, kunnen de resultaten toch van belang zijn voor de lokale consument. De resultaten kwamen namelijk overeen met eerdere studies die werden uitgevoerd in de VS. Hieruit bleek dat toxoplasmose beduidend vaker voorkwam in de biologische en kleinschalige veeteelt dan op conventionele bedrijven. Slany stelde vast dat in de verschillende productiesystemen respectievelijk 19 en 28 procent van de dieren besmet waren, tegenover slecht 3 procent in de traditionele veeteelt.
Bron: Maarten Ceyssens – Vakblad Varkensbedrijf, editie november 2016