Elke varkenshouder heeft al gemerkt dat de zwaarste biggen bij het spenen ook na het spenen het snelst groeien en dat het gewichtsverschil tussen lichte en zware biggen na het spenen alleen maar toeneemt. Deze waarneming werd ook herhaaldelijk bevestigd in veldstudies.
Belang van een hoog speengewicht voor een goede start
In een Nederlandse studie1 werden 192 biggen individueel gewogen bij het spenen en 34 dagen na het spenen. De biggen werden bij spenen, op gemiddeld 27 dagen leeftijd, ingedeeld in 3 groepen: kleine biggen met een gemiddeld gewicht van 6.7 kg; middelgrote biggen met een gemiddeld gewicht van 7.9 kg; grote biggen met een gemiddeld gewicht van 9.3 kg. Uit de resultaten blijkt dat het speengewicht een grote invloed heeft op de groeiprestaties na spenen. De kleine biggen groeiden 22 g/dag minder dan de middelgrote biggen, goed voor een verschil in gewichtstoename van 1.94 kg tijdens de eerste 34 dagen na spenen. Ten opzichte van de grote biggen groeiden de kleine biggen zelfs 47 g/dag minder, of een verschil in gewichtstoename van 4.19 kg.
Invloed van speengewicht meetbaar tot het eind van de afmest
Dat het speengewicht niet alleen een invloed heeft op de groei van de gespeende biggen, maar dat dit effect zich ook verder in de afmest doorzet, werd aangetoond in een studie2 waarin varkens gewogen werden op 21 dagen leeftijd, op 77 dagen dagen leeftijd en op het eind van de afmest (177 dagen leeftijd). Het gewichtsverschil tussen biggen bij het spenen verdubbelde naar het eind van de batterijfase en verviervoudigde naar het eind van de afmestfase. Zo wogen leeftijdsgenoten die bij het spenen 450 gram zwaarder wogen op het eind van de batterijfase 900 gram zwaarder en dit vertaalde zich verder in een gewichtsverschil van 1,8 kg op het eind van de afmest.
Conclusie
Het speengewicht heeft een grote invloed op de groei van de gespeende biggen en vleesvarkens, waarbij varkens met een hoog speengewicht hun gewichtsvoordeel verder uitbreiden tijdens de batterijfase en in de afmest. Maatregelen die ervoor zorgen dat de biggen tijdens de zoogperiode optimaal kunnen groeien, hebben dus ook na het spenen een gunstige invloed op de prestaties. Naast het geboortegewicht en de melkproductie van de zeug kunnen ook bloedarmoede en infecties tijdens de zoogperiode leiden tot lagere speengewichten. Over de impact van bloedarmoede en infecties met coccidiose op het speengewicht en de groei na spenen leest u meer in een volgend artikel.
Bronnen
- Bruininx et al. Individually measured feed intake characteristics and growth performance of group-housed weanling pigs: effects of sex, initial body weight, and body weight distribution within groups. J. Anim. Sci. 2001, 79:301-308.
- Tokach et al. Influence of weaning weight and growth during the first week postweaning on subsequent pig performance. Kansas State University Swine Day, 1992.