Het verstrekken van extra vezels in het voer vermindert staartschade bij vleesvarkens, maar kan het niet voorkomen. Het aandeel onaangetaste staarten was bij afleveren naar het slachthuis respectievelijk 82 en 71 procent bij wel en geen extra vezels in het voer.
Eén van de factoren die bij kan dragen aan het ontstaan van bijtproblemen bij varkens is voeding. Op Varkens Innovatie Centrum Sterksel is onderzocht of bijtgedrag (staart-, oor- en flankbijten) en bijtschade (staart- en oorschade) bij dieren met een intacte (niet gecoupeerde) staart verminderd kan worden. Daarvoor kregen de dieren vanaf enkele dagen na geboorte tot afleveren naar het slachthuis voer met extra vezels (verzadigend voer) en/of extra aminozuren (tryptofaan, threonine en methionine). Tweemaal daags werden vanaf de voergang de staarten, oren en flanken van alle dieren gecontroleerd. Bij zichtbaar bijtgedrag of bijtschade werden maatregelen genomen om het staartbijten te verminderen c.q. te stoppen.
Staartbijten kwam al in de kraamstal voor. Extra vezels of aminozuren in het voer resulteerde bij biggen in de kraamstal en bij gespeende biggen niet in minder bijtgedrag en minder staartschade. Bij de vleesvarkens resulteerde het verstrekken van extra vezels via het voer wel in minder staartschade.
De inhoud van het onderzoek is terug te lezen in rapport 1008 van Wageningen Livestock Research klik daarvoor EFFECT VAN VOERSAMENTELLING OP BIJTGEDRAG BIJ VARKENS.
Bron: Maarten Ceyssens – Varkensbedrijf Nederland editie februari 2017