Om te verzekeren dat het aangeboden verrijkingsmateriaal beter aan de eisen van de varkens voldoet en aansluit bij het KB zullen vanaf 1 april 2014 kettingen alleen nog als verrijking aanvaard worden als ze minstens 10 cm van de muur of hokafscheiding hangen op een hoogte die voor de dieren gemakkelijk bereikbaar is.
Varkens hebben nood aan een voldoende complexe omgeving en aan materialen die ze kunnen manipuleren. Het zijn immers nieuwsgierige en intelligente dieren die van nature graag wroeten en exploreren. Varkens die onvoldoende stimulansen uit hun omgeving krijgen kunnen gefrustreerd raken en gedragsproblemen ontwikkelen zoals oor- en staartbijten.
Om in deze behoefte voor afleiding te voorzien legt de wetgeving vast dat alle varkens permanent moeten kunnen beschikken over voldoende materiaal om te onderzoeken en mee te spelen. bv. stro, hooi, hout, zaagsel, compost van champignons, turf of een mengsel daarvan, voor zover de gezondheid van de dieren daardoor niet in gevaar komt (bijlage bij het koninklijk besluit van 15 mei 2003 betreffende de bescherming van varkens in varkenshouderijen).
Daarenboven blijkt het verrijkingsmateriaal dat wel voorzien wordt niet altijd even doeltreffend om de varkens voldoende afleiding te bezorgen. Het ideale verrijkingsmateriaal is nieuw, vervormbaar, afbreekbaar en eetbaar.
Om te verzekeren dat het aangeboden materiaal beter aan de eisen van de varkens voldoet en aansluit bij het KB zullen vanaf 1 april 2014 kettingen alleen nog als verrijking aanvaard worden als ze minstens 10 cm van de muur of hokafscheiding hangen op een hoogte die voor de dieren gemakkelijk bereikbaar is. De afstand ten opzichte van de muur of hokafscheiding wordt bereikt door de ketting(en) aan een beugel of horizontale constructie vast te maken en/of door aan de ketting een extra voorwerp/materiaal vast te maken zoals een kunststof bal, een lege (propere) bidon, touw, tak, enz.
Voorwerpen die op de vloer kunnen worden verrold of verschoven (zoals ballen en andere voorwerpen) worden aanvaard, tenzij bij controle blijkt dat ze door verregaande vervuiling geen interesse bij de varkens meer opwekken. In dergelijk geval kan worden opgelegd de voorwerpen op te hangen of te vervangen door geschiktere materialen. Voor dieren in groep wordt een verende borstel aanvaard op voorwaarde dat deze goed bereikbaar is, en er minstens één beschikbaar is per 25 dieren. Ruwvoeder wordt aanvaard op voorwaarde dat er regelmatig voldoende hoeveelheden worden verstrekt zodat er steeds hetzij ruwvoeder hetzij sporen van recent verstrekt voeder zichtbaar zijn. Andere losse materialen zoals stro, turf, hout moeten steeds aanwezig zijn. Een onderdeel van de voederinstallatie (bak, trog) wordt slechts aanvaard als het onderdeel ook bruikbaar is buiten de opname van voeder én bruikbaar is door een of meerdere dieren terwijl een ander dier voeder opneemt.
Alle varkens dienen te beschikken over hokverrijking, dus ook zeugen in de dekafdeling en het kraamhok en biggen in het kraamhok. In deze hokken kan verrijking voorzien worden door touwen, stukken jute, en vergelijkbare zaken op een goed bereikbare plaats aan de boxen te knopen of deze via een hulpstuk te bevestigen. Losse materialen zoals stro of ruwvoeder zijn uiteraard ook toegelaten, op voorwaarde dat de permanente beschikbaarheid duidelijk blijkt. De minimaal aanvaarde invulling voor zeugen in boxen is een over een stang verschuifbare buis, op voorwaarde dat deze goed bereikbaar is.
Ter herinnering: het gebruik van autobanden als verrijkingsmateriaal is verboden wegens het risico op verwondingen en het gevaar voor de voedselveiligheid.