Duurdere biggen en dalende vleesvarkensprijzen zorgen voor kopzorgen bij de mesters. De OVR-VLEESVARKENSBEDRIJF duikt onder de 2 en dit is nooit een goed teken. Met een negatieve marge van dik 15 euro per dier zal dit de nochtans stijgende biggenprijzen een halt toeroepen. Alhoewel, in Duitsland toonde de internetbeurs tweemaal op rij een lichte stijging zodat we kunnen stellen dat de bodem bereikt is.
Kleine zaken bemoeilijken echter een mogelijke stijging van de fysieke markt zoals het plotse verbod van export van beenderen naar de Chinese markt. Het zijn weliswaar de minst waardevolle onderdelen van een varken, maar beïnvloeden toch licht de prijzen. Samen met een nog steeds groot aanbod van varkens lijken de vooruitzichten voor de nabije toekomst eerder stabiel. Biggenproducenten zien met een lichte stijging in januari van de prijs de nullijn dichterbij komen. Nog geen paniek. Alle kosten zijn betaald maar er is dus ook geen marge om reserve opzij te leggen.
Na een eerdere daling begin januari herstelt de tarweprijs zich toch terug tot het niveau van begin 2018. De grote stocks verhinderen echter grotere prijsstijgingen zodat de voerprijs zeker stabiel blijft. Droogte in de VS bedreigt enigszins de wintertarweoogst maar zoals gezegd zijn de stocks nog ruim. Een dalende dollarkoers zorgt wel voor goedkopere export voor hen en dus uiteraard moeilijker export voor de EU. De dure euro doet daar dan uiteraard ook geen goed aan. Een goedkope Russische roebel vervolledigt het plaatje en maakt dat de tarweprijs in toom wordt gehouden. De maïsprijs blijft zelfs dalen (-20 euro/ton) tot het laagste niveau in het afgelopen jaar. Een uitstekende zaak voor de prijs van varkensvoeders. Enkel de sojaprijzen stijgen licht en dit onder impuls van een nog steeds stijgende vraag vanuit China.
Voor de volledige berekening klik CONJUNCTUURBAROMETER JANUARI 2018
Bron: Pol Meerschman in Varkensbedrijf februari 2018