Jonge biggen krijgen helaas vaak te maken met luchtwegproblemen. Biggen die al op jonge leeftijd hoesten en niezen lopen schade op aan de luchtwegen, waardoor de gezondheid en de prestaties bedreigd worden. Vaak is het griepvirus de boosdoener bij luchtwegproblemen bij jonge biggen.
Griep vaak aangetroffen bij jonge biggen
Kraambiggen en gespeende biggen zijn gevoelig voor griepinfecties. Dit werd bevestigd in onderzoek op 131 varkensbedrijven in 12 Europese landen.(1) Op deze bedrijven waren er luchtwegproblemen bij de biggen of andere aanwijzingen die een griepinfectie deden vermoeden, zoals vruchtbaarheidsproblemen bij de zeugen. In elk bedrijf werden neusswab monsters verzameld bij biggen van 3 leeftijdsgroepen, niet gespeende biggen (1-4 weken leeftijd), pas gespeende biggen (4-6 weken leeftijd) en iets oudere biggen (7-9 weken leeftijd).
Door middel van PCR-analyse werd nagegaan of het griepvirus aanwezig was. In maar liefst 78.6% van de onderzochte bedrijven en 37.9% van de onderzochte monsters kon het griepvirus aangetoond worden, wat erop wijst dat griep een vaak voorkomende oorzaak is van gezondheidsproblemen bij biggen.
Vroege griepinfecties hypothekeren latere prestaties
De periode voor en na het spenen zijn de meest kwetsbare fases in het leven van een varken. Het behoud van een goede gezondheid tijdens deze fases is essentieel voor het behalen van optimale groeiprestaties. Het voorkomen van infectieziekten is daarom cruciaal. Biggen die bij het spenen niet besmet zijn met griep, zullen na het spenen beter presteren. Onderzoek toont aan dat biggen die bij het spenen niet met het griepvirus besmet zijn, een lager sterftepercentage hebben na het spenen dan biggen die wel besmet zijn.(2)
De belangrijkste oorzaken van vroege griepinfecties zijn de overdracht van het griepvirus van de zeug naar haar biggen tijdens de kraamperiode en de overdracht van het griepvirus tussen leeftijdsgroepen.
Overdracht tussen leeftijdsgroepen
Het griepvirus kan via de lucht verspreid worden. De uitgeademde lucht van varkens die met griep besmet zijn, bevat besmettelijke griepvirussen. Gezonde varkens kunnen besmet raken door deze besmette lucht in te ademen.
Daarnaast kunnen mensen of besmette gereedschappen ook zorgen voor de verspreiding van griepvirussen tussen verschillende leeftijdsgroepen.(3) Bioveiligheidsmaatregelen zoals regelmatig handen wassen, gebruik van wegwerphandschoenen, het toewijzen van gereedschap aan specifieke afdelingen, reiniging en desinfectie van gereedschappen, en het wisselen van kleding en laarzen per afdeling kunnen bijdragen aan het verminderen van de verspreiding van griepvirussen binnen het bedrijf.
Overdracht tussen zeug en biggen
Jonge biggen kunnen al voor het spenen met het griepvirus besmet worden, door direct contact met hun moeder, als zij met het griepvirus is besmet. Uit onderzoek is gebleken dat het gebruik van pleegzeugen en het verleggen van biggen kan bijdragen tot de verspreiding van het griepvirus.(4) Bij het zogen laten de biggen speeksel en neusvocht achter op de uier van de zeug. Biggen die met het griepvirus besmet zijn, scheiden het virus uit via speeksel en neusvocht, en laten zo het griepvirus achter op de huid van de uier. Als er vervolgens pleegbiggen bij de zeug worden gelegd, dan kunnen deze pleegbiggen tijdens het zogen besmet worden met het griepvirus door contact met de besmette uier. Omgekeerd kunnen ook pleegbiggen die met het griepvirus besmet zijn hun pleegzeug besmetten door nauw neus-neus contact. Het verleggen van biggen en het gebruik van pleegzeugen is gunstig voor het reduceren van de sterfte in het kraamhok en het verbeteren van de productiviteit van zeugen, maar draagt ook bij tot de verspreiding van het griepvirus.
Het verminderen van de uitscheiding van griepvirussen door zeugen is een belangrijke maatregel om de verspreiding van het griepvirus in het bedrijf te reduceren. Door ervoor te zorgen dat de zeugen minder griepvirussen uitscheiden, zullen er bij het spenen minder biggen met het griepvirus besmet zijn. Zeugenvaccinatie is hierbij een belangrijk hulpmiddel. Onderzoek heeft aangetoond dat er significant minder met griep besmette biggen worden gespeend in bedrijven waar griepvaccinatie bij de zeugen wordt toegepast.(5)
Vraag advies aan uw dierenarts als u denkt dat u last heeft van vroege griepinfecties.
Raadpleeg ook deze artikels:
- Griepvirussen opsporen: hoe doe je dat?
- Hoe voorkom je griep bij uw varkens?
- Controle van griep: wat zit er in onze gereedschapskist?
Bronnen
- Lillie-Jaschniski et al. (2022). A New Sampling Approach for the Detection of Swine Influenza a Virus on European Sow Farms. Vet. Sci. 2022, 9, 338.
- Alvarez et al. (2015). Association of the presence of influenza A virus and porcine reproductive and respiratory syndrome virus in sow farms with post-weaning mortality. Prev Vet Med. 121(3-4):240-5.
- Allerson et al. (2013). Indirect Transmission of Influenza A Virus between Pig Populations under Two Different Biosecurity Settings. PLoS ONE 8(6): e67293.
- Garrido-Mantilla et al. (2021). Impact of nurse sows on influenza A virus transmission in pigs under field conditions. Preventive Veterinary Medicine 188: 105257.
- Chamba Pardo et al. (2018). Breed-to-wean farm factors associated with influenza A virus infection in piglets at weaning. Preventive Veterinary Medicine 161: 33–40.