Ook aan de Canadese University of Guelph werd er onderzoek gevoerd naar de gezondheid en groei van biggen na het spenen. Men testte verschillende voeders voor en na het spenen, en onderzocht hun effect op de darmgezondheid en de opname van voedingsstoffen.
Aangepast voeder voor jonge biggen
Om het spijsverteringskanaal van biggen al voor het spenen gewend te maken aan plantaardige ingrediënten kunnen varkenshouders ook al aan hele jonge biggen aangepaste voeders aanbieden. Bovendien bevordert het voeder de groei in het geval dat de zeug niet genoeg melk produceert. Dit komt regelmatig voor bij de eerste worp en bij grote tomen.
Onderzoeksmethode
De biggen van 65 tomen kregen vanaf de vijfde dag na de geboorte al een voeder aangeboden. Er waren drie verschillende opties, namelijk een commercieel voeder specifiek voor deze doelgroep, een vloeibare kunstmelk en een melkvervanger in korrelvorm. Daarnaast was er nog een controlegroep die enkel melk van de zeug kreeg.
Na het spenen op dag 21 werden de groepen herverdeeld en kregen ze ofwel een voeder op basis van mais en soja, ofwel een voeder op basis van dierlijke eiwitten, zoals lactose, wei en vismeel. Die laatste ingrediënten zijn duurder dan plantaardige eiwitten, maar wel gemakkelijker verteerbaar. Op verschillende moment na het spenen werden 2 biggen per toom geëuthanaseerd, waarna de darmen en het slijmvlies onderzocht werden.
Resultaten voederproef
Het commerciële voeder voor het spenen, dat rijk was aan zetmeel, zorgde voor een hogere absorptie van nutriënten in de darmen in de eerste fase na het spenen. Na het spenen leverde het voeder met dierlijke eiwitten de beste darmgezondheid en verteerbaarheid op. Op het einde van de speenperiode was er echter geen verschil meer tussen de groepen. De twee voeders verschaften dus geen blijvend, positief effect.
HET HELE ARTIKEL LEZEN?
Je hebt zojuist een deel van een artikel uit het vakblad Varkensbedrijf gelezen. Meer van dit, thuis op de mat?