Technische resultaten zijn in de varkenshouderij vaak leidend, maar kunnen in uitzonderlijke gevallen tegenstrijdig zijn met de economische resultaten. Het verlagen van de groei of het eerder afleveren van varkens kan in de huidige markt interessant zijn. POV wijdde er een webinar aan, terwijl het ILVO enkele jaren terug een tool op de markt bracht die varkenshouders zelf laat rekenen met eigen uitgangspunten.
De huidige marktomstandigheden dwingen de varkenshouders om doorlopend te rekenen aan het aflevermoment. Het voer is duur (zie inzet ‘Weinig signalen voor dalende voerprijzen’). En momenteel wordt niet verwacht dat de varkensprijzen zullen stijgen. De vraag vanuit China trekt nog niet aan en Afrikaanse varkenspest in Duitsland zorgt nog steeds voor een zwarte wolk boven de Europese varkensmarkt (zie inzet ‘Weinig optimisme op varkensmarkt’).
Rekenen aan de varkensprijzen
De combinatie van voer en varkensprijzen bepalen het rendement van de onderneming. Dat noopt tot creatief ondernemen en doorlopend rekenen aan de voer- en afleverstrategie. Enkele jaren geleden werd door het ILVO de tool slachtdoordacht.be ontwikkeld (inzet 3).
POV organiseerde onlangs een webinar in samenwerking met Kasper Bekker van Saldo Advies Varkenshouderij. Hoewel het vrijwel onmogelijk is om generiek een advies te geven aan een varkenshouder hoe zijn afleverstrategie eruit moet zien; is er met een voorbeeldberekening wel duidelijk te maken hoe een afleverstrategie het saldo kan bepalen. Daarbij moet wel alvast een winstwaarschuwing gegeven worden dat er naast de financiële overwegingen ook praktische overwegingen zijn. Slachterijen accepteren doorgaans liever geen varkens die onder de gewichtstrajecten vallen. Daarom is er een kortingsregime. Zeker met het oog op de feestmaanden, waarin de slachtcapaciteit onder druk staat, is het niet vanzelfsprekend om een uitgerekende strategie daadwerkelijk te kunnen uitvoeren zonder daarbij de afnemende handelaar te betrekken. “Maar wanneer iedereen besluit om lichter te leveren om de voerkosten te drukken in het laatste traject; dan ontstaan er geen verstoppingen in de aanvoer”, concludeert Kasper Bekker.
Aan het einde het duurst
In de huidige marktomstandigheden zijn er verschillende redenen om af te wijken van de normale strategie, stelt Bekker. “Een duurder voerpakket heeft verschillende voordelen die in de huidige markt niet tot waarde gebracht kunnen worden. Voerefficiëntie is altijd een plus, maar een duurder voer gebruiken om bijvoorbeeld de juiste spier/spekverhouding te krijgen of om meer uniformiteit te houden zodat de bezettingsgraad gemaximaliseerd wordt, is nu niet rendabel. Dan kun je beter een goedkoper voerpakket voeren, bij hetzelfde aflevergewicht. Daarbij neem je voor lief dat varkens wellicht iets langer blijven liggen, maar een volgende ronde brengt je niet meer winst. Waarom zou je die varkens dan opleggen?”
Idem geldt ook voor het aflevergewicht. Boven de 95/96 kilogram neemt de voerconversie toe naar circa 3,18. “Wil je dus 1 kilogram extra geslacht gewicht leveren, dan moet je 3,18 kg voer extra voeren. Maar die extra afgeleverde kilogram kost je ook extra dagen, dus extra uitval en extra mestafzet. Tel je dat bij elkaar op, dan kost die extra kilo meer dan hij opbrengt in de huidige markt. Je kunt dan beter meer van de eerste aangezette kilo’s produceren, dus eerder afleveren en opnieuw opzetten.”
Tekst: Rob van Ginneken