Statbel, het Belgische statistiekbureau, heeft de eerste ramingen van het inkomen van de landbouwers voor het jaar 2024 aan de Europese Commissie (Eurostat) gecommuniceerd. De weersomstandigheden, en dan vooral de overvloedige regenval, hadden een duidelijke impact op de economische situatie van de Belgische landbouw in 2024.
Deze weersomstandigheden verstoorden alle stappen in het productieproces van de akkerbouw en hadden aanzienlijke gevolgen voor zowel het zaaien als de opbrengsten. De gestegen prijzen konden het verlies aan inkomsten niet compenseren.
De netto toegevoegde waarde in de landbouwsector zou met 4,2% stijgen. Enerzijds zou de productiewaarde met 0,7% dalen, maar anderzijds zou ook het intermediaire verbruik ook met 2,7% dalen.
Akkerbouw
De graanteelt werd sterk beïnvloed door de regen die in België viel. De oppervlakte wintergranen is gedaald tot een niveau dat sinds 1999 niet meer vertoond. Ook de opbrengst is sterk gedaald.
Er werden meer zomergranen ingezaaid, en toch ligt de graanproductie naar schatting 18,7% onder het niveau van 2023. De waarde van de graanproductie is in 2024 met 20,1% gedaald, gezien de daling van de prijzen voor het seizoen 2024-2025 (-1,7%).
De productiewaarde van suikerbieten is ook sterk gedaald, namelijk met -23,2%. De beplante oppervlakte is zeker toegenomen, maar de opbrengst is gedaald en het is onder het referentieniveau gebleven. De daling van de productie wordt dus op 7,5% geschat. Als we daar de daling van de prijzen voor witte suiker aan toevoegen, zouden de prijzen voor dit seizoen 17,0% lager liggen dan voor het seizoen 2023-2024.
De oppervlakte van aardappelen is ook toegenomen in 2024. Deze toename was echter beperkt door slechte aanplantings- en groeiomstandigheden. Wat de prijzen betreft zijn de contracten opgewaardeerd, terwijl de prijzen op de vrije markt naar schatting lager zullen zijn dan in het vorige seizoen. Op basis van de gegevens die op 30 oktober beschikbaar waren, zou de productiewaarde van de aardappelen 1,6% hoger moeten zijn dan in 2023.
Tuinbouw
In de tuinbouw zal de productiewaarde van groenten naar schatting 9,3% hoger liggen dan in 2023, door de stijging van de producentenprijzen .
Voor fruit wordt een daling van de waarde verwacht (-17,1%). De prognoses zijn pessimistisch voor appels en peren. Het gebrek aan zonneschijn in de lente en hagelbuien hebben de vooruitzichten voor de oogst getemperd. Dat zou resulteren in een daling van de productie van fruit met 24,1% ten opzichte van 2023. Die daling zou gedeeltelijk gecompenseerd moeten worden door de stijging van de prijzen, die geschat wordt op 9,2%.
Dieren
De totale waarde van de dierlijke productie zou stabiel moeten blijven. Het positieve volume-effect zou een negatief prijseffect compenseren. De rundvleesproductie zou met 3,5% stijgen en de producentenprijzen met 4,4%. Momenteel wordt de waarde van de rundvleesproductie geschat 8,1% hoger te zijn dan het voorgaande jaar.
De volumestijging (+3,2%) in de varkenssector is onvoldoende om een prijsdaling van 9,4% te compenseren. Een gelijkaardige trend wordt op Europees niveau waargenomen: een markt die zijn prijzen voortdurend naar beneden bijstelt om het concurrentievermogen in de export te verhogen. De Europese prijzen blijven echter hoger dan die van de voornaamste referentiemarkten, zoals de Verenigde Staten, Canada en Brazilië, waardoor de producenten sterk onder druk blijven staan.
Dierlijke productie
De productiewaarde voor de dierlijke producten stijgt dus met 3,2% ten opzichte van 2023. De zuivelsector houdt zijn jaarproductie stabiel dankzij een goed eerste semester; de waarde van de melkproductie stijgt met 5,6% dankzij hogere melkprijzen. Tot slot daalt de waarde van de productie van de eiersector als gevolg van de lagere producentenprijs (-11,0%).
Bron: Statbel