Het meerwekensysteem komt af en toe weer naar boven. Grote trendbreuken zitten er niet aan te komen. Maar voor individuele bedrijven kan het meerwekensysteem best eens perspectief bieden. De voordelen van betere gezondheid en beter te plannen arbeid staan namelijk na al die jaren nog steeds overeind.
Het meerwekensysteem kent een lange historie in Nederland en vooral in Vlaanderen. Oorspronkelijk opgepakt als systeem om maximale koppeltoeslag te ontvangen is het inmiddels uitgegroeid tot een systeem dat op bedrijven van allerlei schaalgroottes toe te passen valt. Het is een misvatting om te denken dat alleen ‘kleinere’ bedrijven werken met een meerwekensysteem; er zijn ook voorbeelden te noemen van bedrijven van meer dan 1.000 zeugen tot wel 2.000 zeugen die in een meerwekensysteem werken. Al zijn deze wel schaars.
Veel variaties
De voordelen van een meerwekensysteem zijn breed genoeg uitgedragen; arbeidsefficiënt, beter te plannen en minder leeftijden op een bedrijf. Dat laatste betekent minder overdracht of instandhouding van ziektes. Het gekozen weeksysteem bepaalt vervolgens het aantal leeftijdsgroepen van biggen op het bedrijf.
Bij een tweewekensysteem zijn er 3 tot 4 leeftijdsgroepen biggen en bij een vijfwekensysteem is dat meestal maar één 1,52 leeftijdsgroep. Dat is een volumevoordeel met het afleveren van de biggen, maar bijvoorbeeld ook met het eradiceren van bepaalde ziektes.
Minder leeftijden en geen doorlopende insleep van nieuwe dieren beperkt het risico op kruisbesmetting. Maar ook de arbeidsfilm werd vaak als argument aangehaald om te kiezen voor een weeksysteem. Drukke perioden van werpen en spenen worden afgewisseld met rustige weken. De kalender is een jaar vooruit te maken, dus de arbeidspieken zijn planbaar in te vullen met externe arbeid.
Rendement, gezondheid en arbeid; daarmee worden de belangrijkste drijvers voor het toepassen van meerwekensystemen benoemd. Maar de verwachte doorbraak van meerwekensystemen is in Nederland uitgebleven in vergelijking met België. Hooguit een kwart van de bedrijven heeft in Nederland de stap gemaakt naar een meerwekensysteem, terwijl het in België over meer dan de helft van de bedrijven gaat.
Voor een groot deel zit dat in de structuur van de Nederlandse varkenssector, met een gescheiden productie van biggen en vleesvarkensbedrijven. Daardoor ligt de gemiddelde schaalgrootte hoger en waren grotere koppels minder snel relevant. Daarnaast zijn incidenteel grote koppels ook moeilijker te plaatsen dan wekelijks hetzelfde koppeltje. De handel liep er niet warm voor.
Tekst: Rob van Ginneken
Beeld: Twan Wiermans
U heeft zojuist een gedeelte van een artikel uit ons vakblad Varkensbedrijf gelezen!
Meer informatie of verder lezen?