In januari 2019 kampte het bedrijf van Gino en Nancy Nollet met een te hoge uitval bij de vleesvarkens veroorzaakt door een APP-uitbraak. Deelname aan het demonstratieproject ‘Monitoren en Optimaliseren van het klimaat in varkensstallen’ legde het probleem bloot en resulteerde in de suggestie van een duurzame oplossing: de bouw van een windbreekbak.
Gino en Nancy Nollet baten in Veurne een gemengd bedrijf met melkkoeien en varkens uit. Daarnaast valt er nog heel wat land te bewerken: suikerbieten, tarwe, gerst, mais en gras. Terwijl Gino vooral bezig is met de koeien en het landwerk, zijn de varkens het domein van Nancy.
Ademhalingsproblemen
De vleesvarkens op het bedrijf zijn gehuisvest in het oude stalgedeelte. Aanpalend werden in de loop van de jaren nieuwe afdelingen bijgebouwd, alsook nieuwe biggenafdelingen. Het was vooral in het oude stalgedeelte dat Nancy problemen waarnam bij de vleesvarkens. “Sinds 2019 kampen we met erge uitbraken van APP (Actinobacillus pleuropneumoniae of eenzijdige longontsteking)”, vertelt ze. “De uitval liep in deze periode op tot 5 procent.”
De problemen leidden ook tot een verhoogd gebruik van antibiotica en tot mindere technische resultaten. “We willen er ook naar streven om minder antibiotica te gebruiken en zochten naar een andere, duurzamere oplossing. We hadden al langer het idee dat het klimaat in de stallen misschien aan de basis lag van de ademhalingsproblemen”, aldus nog Nancy.
Oude gecompartimenteerde stallen
“Het zijn oude stallen, die we in 1996 gecompartimenteerd hebben”, vertelt Gino. Nu zijn er vier compartimenten van telkens 112 vleesvarkens. De lucht komt binnen via een inlaatopening aan de buitendeur van de stallen, en zo via een luchtkanaal tot bij de varkens. Elke avond moest Nancy deze opening met zware matten dichtleggen om geen koude lucht in de stal binnen te trekken, om dan ’s morgens weer open te leggen. “Een heel karwei”, getuigt ze. “Elke dag opnieuw, het werkje te veel.” Zonder de matten doken er steevast problemen op. Aan de andere kant van de stal was er een tweede inlaatopening in de centrale gang.
Onstabiel stalklimaat
Via het project gefinancierd door het Departement van Landbouw en Visserij en uitgevoerd door DGZ, UGent (Faculteit Diergeneeskunde), ILVO en Inagro konden ze het klimaat in deze stallen monitoren. Hiervoor werden in twee van de vier compartimenten loggers opgehangen. Dit zijn meetinstrumenten die permanent het CO2-gehalte, de relatieve vochtigheid en de temperatuur in de stal opvolgen. Uit analyse van de gegevens bleek dat het CO2-gehalte sterk schommelde volgens de inlaatopening open of dicht was. Dit zorgde voor een onstabiel stalklimaat.
Samen met een klimaatexpert gingen de projectuitvoerders met deze gegevens opnieuw langs bij Gino en Nancy en zochten ze samen naar een praktische, duurzame oplossing. De expert stelde vast dat, wanneer de matten op de inlaatopening gelegd werden, de luchtinlaatopening aan de andere kant te klein was voor het aantal varkens in de stal. Dit leidde tot een te grote luchtsnelheid van de inkomende lucht, waardoor die de eerste compartimenten “voorbijschoot” met te hoge CO2-gehaltes tot gevolg.
Oplossingen
Een eerste suggestie was om grote verbouwingen aan de stal te doen: een stuk volle vloer uitbreken en vervangen door roosters. Zo zou er een grotere luchtinlaat gecreëerd worden met minder tocht tot gevolg. “Dit achten we echter niet haalbaar”, vertelt Gino.
Een tweede voorstel zag Gino wel zitten. “De expert stelde voor om een windbreekbak te maken die boven de luchtinlaat aan de buitenkant kan geplaatst worden. Zo zou die opening altijd open kunnen blijven. De bak zou moeten op wielen staan om zo makkelijk aan de kant te schuiven indien nodig.”
Dankzij een praktische tekening kon Gino de bak zelf maken, met weinig kosten. Na het plaatsen van de windbreekbak voerden de projectuitvoerders dezelfde metingen opnieuw uit. Uit de resultaten bleek dat het CO2-gehalte stabieler bleef.
“Het voelt ook aangenamer aan in de stal”, zegt Nancy. Ondertussen blijft het nog wel even bang afwachten, want de meeste problemen zien ze pas in januari – februari. “Voorlopig hebben we in deze compartimenten nog geen problemen gezien met APP, maar we zijn nog voorzichtig. Bovendien hebben we in een andere afdeling waar we de ventilatie nog niet lieten nakijken, wel nog uitbraken.” De bedrijfsdierenarts heeft intussen ook geadviseerd om de zeugen te vaccineren tegen APP, ook al is vaccinatie alleen niet 100 procent sluitend.
Bron: naar persartikel Inagro/DGZ – 18 december 2020