Op de meeste bedrijven wordt weliswaar gereinigd en ontsmet; de toegepaste procedures/protocollen variëren echter sterk. Ook weten veel varkenshouders niet of en hoe efficiënt hun toegepaste procedure is. Dit is nochtans eenvoudig na te gaan door het nemen van afdrukplaatjes.
Dierenartsen hanteren hiervoor meestal de term hygiënogrammen. De afdrukplaatjes worden genomen op verschillende oppervlakken (zoals voederbak, drinkbak, loopgang, vloer, rooster, muur, wandtussenschot, ventilator, plafond) verspreid over een afdeling.
Deze plaatjes worden in het labo in een broedstoof geplaatst, wat de groei van de aanwezige bacteriën toelaat. De aanwezige bacteriekolonies die na de reiniging en ontsmetting zijn overgebleven worden nadien geteld: dit levert een score van 0 (uitstekend) tot 5 (zeer slecht) op. Hoe meer bacteriën er zich op het staloppervlak bevinden, hoe hoger de score. Een score van 5 wijst op een ontelbaar aantal kolonies.
Algemeen wordt aangenomen dat als de gemiddelde score lager ligt dan 2, het reinigen en de ontsmetting efficiënt verlopen zijn. Ervaring leert echter dat een nog lagere score haalbaar is.
Er moet dus steeds gestreefd worden naar een zo laag mogelijke score. Aan de hand van de scores van de afdrukplaatjes van de verschillende oppervlakken wordt daarom gekeken aan welke plaatsen tijdens het reinigen extra aandacht moet worden besteed.
Meestal wordt er minder aandacht besteed aan het reinigen van de oppervlakken boven dierniveau, waardoor bv. muren op ooghoogte, het plafond en de ventilator een hogere score hebben. Toch is het belangrijk om alle oppervlakken goed te reinigen, want hoewel het risico op rechtstreeks contact met de dieren daar minder groot is, kunnen de kiemen nog steeds op de grond terechtkomen.
Meer weten over het effect van bioveiligheid? Zie www.varkensloket.be > o.a. vleesvarkens > bioveiligheid
Bron: Sarah De Smet en Esther Beeckman (Varkensloket), Charlotte Brossé (DGZ) en Suzy Van Gansbeke (Departement Landbouw en Visserij) in Varkensbedrijf augustus 2018.