Voorlopig is alles nog koek en ei op de varkensmarkt. Het wordt echter steeds moeilijker om de huidige prijzen te handhaven.
Ondanks het feit dat Japan en Korea gestaag blijven afnemen is het toch China dat (tijdelijk) voor spanning zorgt. Het steeds nijpender tekort aan varkensvlees zorgt toch niet dat er méér wordt geïmporteerd door de grootmacht.
De vleesindustrie probeert lagere prijzen te bekomen vanwege het grotere aanbod maar de slachthuizen zijn bang zo een prijzenval in gang te zetten. Niemand wil de eerste zijn en zodoende blijven voorlopig de prijzen stabiel. Op korte termijn misschien niet houdbaar maar de lange termijnprognoses zweren toch bij hogere prijzen.
De hoge prijzen veroorzaken trouwens nieuwe interesse in stoppende of te koop staande bedrijven. Vooral in Nederland is nieuwe activiteit hierin duidelijk merkbaar. Vleesvarkensbedrijven zijn daar een gegeerd koopobject. Vooral vermeerderaars willen zich indekken voor een nieuwe periode zoals we die hebben gekend.
In de maand juni zijn de marges nog iets bijgesteld zodat we nu toch kunnen stellen dat het hoogtepunt tijdelijk wel is bereikt. De OVR-GESLOTEN BEDRIJF haalt bijna een marge van 27 euro per dier. Negen maanden geleden was er nog net zoveel verlies; een verschil in marge van 50 euro per dier. Dat kan inderdaad tellen.
Jammer genoeg blijft de OVR-VLEESVARKENSBEDRIJF verplicht lijdzaam toezien hoe de collega’s meer euro’s aan de varkens verdienen dan zijzelf.
Voor de volledige berekening klik Conjunctuurbarometer juni 2019
Bron: Pol Meerschman in Varkensbedrijf juni 2019