Op 1 januari 2015 treedt het nieuwe koninklijk besluit (KB) in werking dat de identificatie- en registratieregeling (I&R) voor varkens en de toelatingsvoorwaarden voor het houden van varkens vastlegt. Belangrijke wijzigingen binnen het nieuwe KB zijn de nieuwe wijze van financiering en de invoering van aangepaste tarieven voor diensten en materiaal geleverd in het kader van I&R varkens.
Retributie per beslag en per varkensplaats
Om de traceerbaarheid te kunnen garanderen en optimaliseren, is het van belang dat elke veehouderij, elk beslag, evenals elke verplaatsing van dieren gekend is in Sanitel. Dat geldt voor elk type varkensbedrijf, onafhankelijk van de bedrijfsgrootte. Elke varkenshouder maakt dus gebruik van een basisdienstverlening rond I&R. Echter, vandaag wordt de kost vrijwel uitsluitend gedragen door de zeugenbedrijven.
Dit is dan ook de drijfveer om vanaf 1 januari 2015 een jaarlijkse retributie per beslag en per varkensplaats te introduceren en niet langer te werken met een retributie per verdeeld oormerk. Zo betalen alle varkensbedrijven een bijdrage in functie van hun bedrijfsgrootte.
Wat betekent dit concreet?
Vandaag betaalt de houder van zeugen per aangekocht oormerk een wettelijk bepaalde beheerskost (of retributie) van 0,0744 euro. Deze zit vervat in de huidige stukprijs van de oormerken. Bv. het beslagoormerk M6 van Merko kost vandaag 0,1124 euro. Deze prijs is samengesteld als volgt: 0,0380 euro voor het oormerk zelf + 0,0744 euro retributie.
Een vleesvarkensbedrijf gebruikt geen oormerken. Omdat de retributie vandaag aangerekend wordt op basis van het aantal verdeelde oormerken, levert een vleesvarkensbedrijf vandaag geen bijdrage voor de identificatie en registratie van varkens.
Op 1 januari 2015 verandert de situatie. Er zal dan niet langer een retributie per verdeeld oormerk aangerekend worden, enkel de prijs van het oormerk zelf.
Vanaf 1 januari zal ieder bedrijf jaarlijks wel een retributie per beslag en per varkensplaats betalen. De berekening van de retributie per beslag gebeurt op basis van de geregistreerde capaciteit van het beslag in Sanitel. Daarnaast zal elk bedrijf ook een retributie betalen van 0,0159 euro per varkensplaats.
Door de invoering van de retributie per beslag en per varkensplaats levert voortaan iedere varkenshouder zijn bijdrage. Het resultaat hiervan is dat zeugenbedrijven vanaf 1 januari 2015 een flinke besparing zullen realiseren, terwijl vleesvarkensbedrijven ook mee zullen bijdragen aan de basisdienstverlening rond I&R.
Binnen het nieuwe KB kunnen bedrijven die oormerken bestellen ook besparen op de verzendingskost van oormerken. Vanaf 1 januari kunnen ze namelijk een voorraad oormerken bestellen voor een periode van 12 maanden in plaats van 6 maanden. Zo kunnen ze op jaarbasis nog eens 4,35 euro besparen.
Tabel – jaarlijkse retributie per beslag en per varkensplaats
Jaarlijkse retributie voor varkensbeslagen: |
||
Retributie per beslag* met ≤ 3 varkensplaatsen |
21,20 euro |
|
Retributie per beslag* met ≤ 10 varkensplaatsen |
31,80 euro |
|
Retributie per beslag* met ≤ 100 varkensplaatsen |
42,40 euro |
|
Retributie per beslag* met ≤ 1500 varkensplaatsen |
63,60 euro |
|
Retributie per beslag* met > 1500 varkensplaatsen |
84,80 euro |
|
Retributie per varkensplaats**, enkel op bedrijven met > 100 varkensplaatsen |
0,0159 euro |
|
* Voor het (her)activeren van een beslag en per actief beslag op 1 januari. |
||
** Voor een bedrijf met fokvarkens wordt de retributie per biggenplaats niet aangerekend indien het biggen betreft die op het bedrijf zelf worden geboren. |