Twee jaar geleden startte Veepeiler Varken een uitgebreid onderzoek naar de mogelijke oorzaken van kreupelheid bij vleesvarkens. Het onderzoek leidde alvast tot een viertal conclusies.
Veepeiler Varken voerde een uitgebreid onderzoek uit bij aangetaste varkens van zeven deelnemende bedrijven. Onbehandelde dieren met acute symptomen van kreupelheid werden uitgebreid onderzocht op autopsie. Hierbij werden alle gewrichten in detail bekeken en werden monsters genomen voor bijkomend onderzoek. Daarna werden dezelfde onderzoeken uitgevoerd op controlevarkens die geen last hadden van kreupelheid.
- Autopsie met swabname van de gewrichten bij aangetaste dieren levert interessante info op
Bij alle 25 aangetaste dieren waren er zichtbare afwijkingen aan een of meerdere gewrichten. Bij de meerderheid van de dieren was deze afwijking een gewrichtsontsteking en werden er in de gewrichten bacteriën gedetecteerd. Maar ook in gewrichten zonder zichtbare afwijkingen werden bij de aangetaste varkens soms kiemen gedetecteerd. Dit in tegenstelling tot de controlevarkens, waar er zelden bacteriën werden aangetroffen.
- Mycoplasma hyosynoviae speelt vermoedelijk een belangrijke rol in de problematiek
Via PCR-onderzoek werd bij de aangetaste dieren regelmatig Mycoplasma hyorhinis teruggevonden, maar vooral Mycoplasma hyosynoviae. Bij 18 van de 25 varkens en op 6 van de 7 bedrijven werd deze laatste bacterie in een of meerdere gewrichten gevonden. Bij hetzelfde onderzoek bij de niet-kreupele varkens afkomstig van bedrijven zonder deze problematiek werd deze bacterie zo goed als niet teruggevonden. Dit bevestigt dat de rol van Mycoplasma hyosynoviae in kreupelheid bij vleesvarkens niet te ontkennen valt.
- De individuele rol van andere beïnvloedende factoren blijft onduidelijk, de oorzaak is vermoedelijk meestal multifactorieel
Op alle deelnemende bedrijven met kreupelheidproblematiek werd een uitgebreide enquête afgenomen om de risicofactoren in kaart te brengen. Er was echter veel variatie tussen de bedrijven en zelfs tussen verschillende afdelingen binnen één bedrijf voor factoren zoals hokgrootte, aantal dieren per hok en het aantal voeder- en drinkwaterplaatsen. Andere factoren, zoals het materiaal van de vloer en de openingen tussen de roosters, waren voor alle bedrijven zo goed als dezelfde en weken niet af van wat er te zien was op bedrijven zonder deze problemen. Op alle bedrijven werd eveneens voeder- en drinkwateronderzoek uitgevoerd, ook hier was er variatie in de resultaten. Dit alles leidt ons tot de conclusie dat de oorzaak van de kreupelheidsproblematiek op een bedrijf vermoedelijk moet gezocht worden in een combinatie van de verschillende beïnvloedende factoren.
- Er moeten oplossingen voor de problematiek kunnen worden geboden
Het onderzoek van Veepeiler richtte zich tot nu toe vooral op het op zoek gaan naar de mogelijke oorzaken van de problematiek. De vraag die zich echter nog steeds stelt, is welke acties bedrijven die te kampen hebben met kreupele varkens kunnen ondernemen. Door op een aantal aangetaste bedrijven die Veepeiler begeleidt info te verzamelen, ze bedrijfsspecifieke adviezen te verlenen en de resultaten daarvan op te volgen, wil Veepeiler een overzicht maken van mogelijke plannen van aanpak en de effecten daarvan en deze verspreiden naar de sector. Zo kan elk bedrijf dat met kreupelheid te maken heeft hier inspiratie uit halen.
Wilt u meewerken?
Heeft u op uw bedrijf ook te maken met kreupelheid bij de vleesvarkens of de fokgelten? En heeft u zin om samen met uw bedrijfsdierenarts en Veepeiler op zoek te gaan naar de oorzaak, een bedrijfsspecifiek plan van aanpak op te stellen en de resultaten ervan op te volgen? Neem dan contact op met uw bedrijfsdierenarts. Hij kan uw bedrijf aanmelden om deel te nemen door contact op te nemen met zijn DGZ-regiodierenarts.
Bron: naar Charlotte Brossé, dierenarts DGZ, 26 juni 2020