Porcine Intestinale Adenomatose, kortweg ‘PIA’, wordt veroorzaakt door de bacterie Lawsonia intracellularis en kan zich uiten in acute, chronische en subklinische vorm. Dat maakt het niet altijd gemakkelijk om de ziekte snel op te merken. Toch zijn er symptomen en diagnostische opties waarmee u de aanwezigheid ervan in uw varkensbedrijf zowel kunt detecteren en aanpakken als de oorsprong achterhalen.
Hoe herkennen?
De acute vorm treft vooral oudere vleesvarkens en opfokgelten. De typische kenmerken? Acute diarree met bruinachtig tot zwart bloed zonder klonters, bleekheid, zwakte en plotselinge sterfte. Kijk ook uit voor letsels aan de darmslijmvliezen.
Subklinische tot chronische gevallen komen vaker voor in de groeifase, vanaf zes weken tot aan de slachtleeftijd. Vaak voorkomende ziekteverschijnselen zijn sporadische diarree, een lager gewicht en minder uniformiteit.
Op het vlak van weefselbeschadigingen is necrotische darmontsteking zeer kenmerkend. Bij sommige varkens kan ook de slijmvlieswand aan het einde van de dunne darm sterk uitzetten, maar zijn ze voor de rest klinisch asymptomatisch.
Wat betreft de infectie- en mortaliteitsgraad, die verschilt in alle drie de situaties.
Ten slotte merkt u PIA jammer genoeg ook in uw portemonnee, niet alleen door de achterblijvers en sterfgevallen, maar ook door bijvoorbeeld een hogere voederconversie.
Hoe diagnosticeren?
Om te beginnen, spreekt het vanzelf dat een autopsie een uitstekende manier is om PIA vast te stellen, maar laten we uitgaan van het principe dat voorkomen beter is dan genezen en genezen beter dan centen verliezen!
Vaak kan de dierenarts een voorlopige diagnose stellen op basis van de bovenstaande klinische verschijnselen en de aanwezigheid van karakteristieke letsels. Toch is verder onderzoek nodig om andere ziekten uit te sluiten, zoals het porcien circovirus type 2 (PCV2), dat zich op een klinisch zeer vergelijkbare manier kan presenteren.
Als Lawsonia intracellularis uitgescheiden wordt in de mest, wat bij een geïnfecteerd dier kan tot veertien weken lang, dan zijn polymerase-kettingreactietesten of PCR-testen mogelijk. Deze worden doorgaans uitgevoerd op monsters van besmette uitwerpselen of speeksel via kauwtouwen, en maken het mogelijk om PIA te onderscheiden van andere oorzaken van diarree, zoals maagzweren, salmonellose en wormen.
Het klinisch beeld en de PCR-testen worden regelmatig aangevuld met bloedonderzoek bij de varkensstapel. In tegenstelling tot PCR-testen kan correct uitgevoerd bloedonderzoek ook aangeven wanneer de besmetting precies plaatsvond, wat kan helpen om de situatie te reconstrueren en in de toekomst beter te anticiperen.
Zodra u de diagnose hebt, kunt u aan de slag! Overleg met uw dierenarts voor de te volgen strategie en de duur van de behandeling.
Bronnen: