De maand augustus bracht (eindelijk) kalmte op de markt. Zowel de biggenmarkt als de vleesvarkensmarkt noteerden stabiel. Rekenend met maandgemiddelden zagen we nog wel steeds een kleine daling, maar in wezen bleven de prijzen onveranderd sinds eind juli.
Waarmee een (voorlopig) einde kwam aan een aantal heftige weken gekenmerkt door sluitingen van slachthuizen, minder slachtingen en daarbovenop een Chinees exportverbod voor een aantal slachthuizen.
Als we de zaken optimistisch bekijken kunnen we zeggen dat de slachthuizen het hoofd koel hebben gehouden, en erin geslaagd zijn de markt te stabiliseren. Weliswaar op een laag niveau, maar toch maar stabiel. Waardoor de keten tot rust is kunnen komen, en er met vereende krachten werd gewerkt om de uitdagingen het hoofd te bieden. Als we de zaken echter neutraal bekijken, moeten we vaststellen dat de rentabiliteit in de primaire productie zwaar onderuit is gegaan de voorbije weken.
Aan de kant van de kostprijs daalde de voerprijs voor de tweede maand op rij. In juli zagen we een daling met 5 EUR/ton, terwijl augustus een daling liet optekenen van 3 EUR/ton. Wat gelukkig enig soelaas bood. Maar het ziet er naar uit dat voor de maand september de daling van augustus alweer grotendeels wordt uitgewist.
Kijkend naar de OVR en de saldo’s is er weinig positief nieuws te rapen, want voor álle bedrijfstypes is het saldo negatief. De OVR-VLEESVARKENSBEDRIJF herstelde weliswaar lichtjes onder invloed van een licht afgenomen kostprijs (big én voeder). Terwijl de OVR-ZEUGENBEDRIJF nog steeds een (lichte) daling van OVR en saldo laat optekenen. De OVR-GESLOTEN BEDRIJF tenslotte typeert nog het best de marktsituatie: zowel qua OVR als op gebied van saldo stabiel op een laag niveau.
Voor de volledige cijfers klik Conjunctuurbarometer augustus 2020
Bron: naar Bart Teuwen – Varkensbedrijf editie België september 2020