De Britse varkensvleesnijverheid vreest in te storten nadat een uittocht van Oost-Europese arbeiders heeft geleid tot een tekort aan slagers en een achterstand bij het slachten van inmiddels meer dan 170.000 varkens. De voorzitter van de National Pig Association (NPA), Rob Mutimer, en de president van de National Farmers Union (NFU), Minette Batters, lieten weten dat de noodvisummaatregelen om de impact van de Brexit en Covid-19 te verzachten niet hebben gewerkt.
Kritieke situatie
De situatie op de varkensbedrijven is kritiek. In oktober bood de regering 800 buitenlandse slagers een noodvisum voor zes maanden aan, maar volgens de NPA zijn er slechts 105 gekomen met gebruikmaking van de regeling. De handelsorganisaties waarschuwden dat boerderijen geld verliezen aan elk varken en dat er de afgelopen zes maanden minstens 30.000 zeugen verloren zijn gegaan, wat overeenkomt met ongeveer 10 procent van de Britse varkensstapel.
Niet genoeg ruimte
Volgens de organisaties van varkenshouders zijn al tienduizenden gezonde varkens op boerderijen geruimd door producenten die geen ruimte meer hadden. Ze hebben de regering opgeroepen om een top met de toeleveringsketen te beleggen om oplossingen te vinden. In de eerste week van 2022 meldden sommige boeren dat slechts de helft van de gecontracteerde varkens door verwerkers werden afgehaald.
Verloren kosten per varken
De kosten in verband met de achterstanden, hoge voerprijzen en dalende vleesprijzen hebben er al voor gezorgd dat boeren al bijna een jaar ongeveer 25 pond (29,60 euro) per varken verloren. Zij roepen de regering dan ook op om retailers aan te moedigen marketingcampagnes te voeren om de Britse varkensvleesverkoop te vergroten, en zo de verwerkers aan te moedigen de achterstand weg te werken.
Tekst: Franky De Letter en Erna van Butzelaar