Bij varkenshouder Yvan Schurmans en zijn echtgenote Nadine Adams staat zelfvoorzienendheid hoog in het vaandel. Dat gaat van het verbouwen van voer tot het vervoer van varkens naar het slachthuis. De keten kort houden en de input laag zijn succesfactoren voor de Vlaams-Brabantse ondernemers.
Schurmans en zijn echtgenote Nadine Adams wonen in het erg landelijke Kortenaken in België. Dit was van oudsher een Hagelandse boerengemeente met vooral gemengde bedrijven. Dus met akkerbouw en veeteelt. Veel hoeves getuigen nog van hun aanwezigheid destijds, maar vandaag wonen er nagenoeg geen boeren meer. Hun aantal is in elk geval flink gereduceerd. De akkers werden veelal weiden of bouwgronden en dus ook bebouwd. Er is nogal wat lintbebouwing. In de omgeving van Leuven is slechts een vijftiental varkensboeren overgebleven.
Gemengd varkensbedrijf
Het echtpaar bewoont een groot familiebedrijf, dus ook Yvan zijn voorouders boerden. Met groot bedoelen we ditmaal niet industrieel of megagroot. Dit is een gesloten varkensbedrijf met zestig zeugen. Voorheen was Yvan PIétrainfokker. Hij verkocht ook berensperma, want hij had een eigen KI- station. Uiteindelijk is hij overgestapt en Deense Duroc-beren gaan fokken, omdat hij op een mooie keer dat varkensvlees had geproefd, en het vlees veel lekkerder had bevonden dan van het ras dat hij had. Het intramusculair vet van het Duroc-ras geeft extra smaak en malsheid. En voornamelijk die lekkere smaak had hem daarin sterk overtuigd. Ook zijn slager beaamde datzelfde feit. En dit vlees kan ook antibioticavrij. Ook dit is een voordeel. Eerst werden de twee rassen wel nog gekruist. Uiteindelijk heeft hij zich volledig toegelegd op de opkweek van Duroc-varkens. In 2007 werd de eerste zeug gekocht. De biggen zitten in een zes-wekensysteem. Ze tellen vijf à tien biggen per zeug per worp.
Hoe Yvan Schurmans dit aanpakt?
Yvan Schurmans: “Ik bewerk vandaag de dag veertig hectare landbouwgrond in deze buurt. Zo kan ik ook mijn eigen voer verbouwen. De korrelmaïs wordt ingekuild. Voer aankopen is niet rendabel, noch wenselijk. Ik verwerk ook alle mest op mijn eigen gronden.” De varkenshouder vindt zelfvoorzienendheid belangrijk. “Laten we vooral eerlijk zijn: de hele ontwrichting in de landbouwsector is er pas gekomen, vanaf het moment dat de kweek niet meer grondgebonden moest zijn. Ga het maar na. Het heeft gezorgd voor te grote afhankelijkheden en als je je eigen voer niet meer kan produceren, ben je afhankelijk van de marktevoluties. En we moesten ineens alsmaar meer varkens gaan produceren. De druk op vergroting was ook bij ons erg groot. Op het moment dat al aanvoelde dat dingen stevig uit de hand zouden kunnen lopen, heb ik mijn bedrijfsaanpak bijgesteld. Ik moest wel, of ik zou mijn eigen beroep niet meer graag doen. Ik ben graag een boer en ik blijf graag een boer. De hele tijd moeten calculeren, dat is niets voor mij.”
“Mijn visie op het bedrijf draait om eerlijkheid. Eerlijke handel, gezonde dieren met een gekende herkomst, en natuurlijk aan de juiste prijzen”.
De ondernemer wil een eerlijk product afleveren. “Mijn visie op het bedrijf draait om eerlijkheid. Eerlijke handel, gezonde dieren met een gekende herkomst, en natuurlijk aan de juiste prijzen. Eerlijkheid op alle vlak. Ik ging dus wat dwars liggen in die veralgemeende evolutie. Ik moest telkens anticiperen op nieuwe situaties en ik ben blij met onze huidige aanpak. Dat ging echter niet zonder slag of stoot. Maar ik deed wat met de knowhow en kan nu toch prat gaan op een uniek en gezond vleesproduct. Door zo onafhankelijk mogelijk te werken van de industrie, ben ik niet zo onderhevig aan al wat nu speelt. Toch hebben wij een goed leefbaar bedrijf.” Schurmans doet het niet alleen. Zijn vrouw werkt ook halftijds mee in de zaak. “Anders zou het wellicht wel niet lukken. Daarin moet ik wel eerlijk zijn”, vertelt hij. “Ik concentreer mij op de varkenskweek, en zij bezigt het verkoop-organisatorische stuk. Ze is daar heel sterk in. Ook in het leggen van contacten. Wij verkopen immers zelf al ons vlees. Ik volgde nog een slagersopleiding, maar het versnijden laten we over aan een slager die gespecialiseerd is in versnijding voor boeren. Nadine verpakt alles op maat van de klant en verzorgt ook alle leveringen. We leveren rechtstreeks aan de consument in de vorm van vleespakketten. Indien er nog wat over is van het varken, dan gaat dat naar een erkende vleesverwerker. Die maakt er gekookte ham, pensen of salami van. Met andere woorden: we hebben hier geen overschotten van het varken. Er blijft helemaal niets van ze over.”
Eerlijke producten, eerlijke prijzen en rechtstreeks aan de eindverbruiker
Bij Yvan Schurmans is het wel ‘zolang de voorraad strekt’, want op is op. “Ik ga dan geen stunten doen om toch aan de vraag te kunnen voldoen. De mensen bij wie we afzetten, volgen ons daar in. Zij weten dat, en respecteren dat. Bijvoorbeeld: we brengen de afgemeste varkens ook met eigen vervoer naar het slachthuis en beleveren ook zelf. Niets wordt aan het toeval overgelaten. De grote stukken worden weer afgehaald en de slager verwerkt de stukken volgens wat er gevraagd wordt. Omdat Nadine toch wilde blijven werken als verpleegster, kon hier geen hoevewinkel worden geïntegreerd, maar wordt er wel geleverd aan vijf Buurderijen.” De Buurderijen komen voort uit een collectief van plaatselijke handelaars die vooral inzetten op de combinatie lokaal, korte keten en gezond. Klanten kunnen online hun bestellingen, doorgeven aan de Buurderijen. “Zij communiceren alles aan ons. Het concept past in de visie van korte keten. Wij krijgen dan ook de steun van Steunpunt Korte Keten. Ook een paar slagers, een paar restaurants en twee buurtwinkels nemen vlees van ons af”, vertelt Schurmans.
Emissienormen
Om aan de emissienormen te voldoen wordt vooral aandacht gegeven aan staltechnische aanpassingen, zoals de vloersystemen. En de dieren zitten gecompartimenteerd. “Een luchtwasser is hier niet noodzakelijk, ook al wilde men mij die dure investering aanvankelijk wel aanpraten. Achteraf werd wel toegegeven dat dit hier een overbodige en te dure investering zou zijn gezien onze stalgrootte en stalbezetting. Vandaar dat Schurmans ervoor kiest het eiwitgehalte in het voer te monitoren als bijkomende emissiemaatregel. Hij mikt op maximaal twaalf procent ruw eiwit. Het gaat dan om een mix van zelf geteelde tarwe, gerst, CCM aangevuld met uitgebalanceerde lage eiwitkern, op maat gemaakt.
Tekst en beeld: Anne Somers
Je hebt zojuist een artikel uit vakblad Varkensbedrijf gelezen
Wil je vaker én meer van zulke artikelen lezen?
Met een abonnement op vakblad Varkensbedrijf ontvang je het laatste nieuws. Iedere editie heeft een nieuw, toepasselijk thema wat aansluit op de huidige praktijk. De uitgebreide bedrijfsreportages geven daarnaast een goed beeld van de sector. In deze reportages maak je kennis met ervaringen, toekomstvisies, vakmanschap en management van mede-varkenshouders.
Shop hier direct een jaarabonnement op de website.