Er worden pleegzeugen ingeschakeld, melkcups in de kraamstal voorzien of nursery-afdelingen ingericht. Zijn al deze inspanningen echter wel financieel verantwoord? Kristien Vanbelleghem, bedrijfsadviseur varkens, specialisatie zeugenhouderij bij Vanden Avenne Ooigem, onderzocht het en besluit in de oktobereditie van Varkensbedrijf als volgt:
- U haalt het hoogste rendement als u de biggen bij de zeug zelf kunt grootbrengen. U moet dus altijd eerst de geworpen zeugen zoveel mogelijk biggen geven. Daar is geen vaste standaard voor. Dat verschilt van bedrijf tot bedrijf.
- Zijn er lege plaatsen in de kraamstal, dan zijn pleegzeugen financieel het meest interessant om overtallige biggen op te vangen (een saldo van 51,05 euro per aanwezige zeug).
- Heeft u zoveel biggen dat u constant alle tepels vol moet leggen, dan zijn cups in de kraamstal aan te raden. Wel moet u er voor waken dat de verbruikte kunstmelk zich vertaalt in voldoende extra speengewicht (16,38 versus 58,16 euro per aanwezige zeug wanneer u enerzijds geen hoger speengewicht haalt of anderzijds 300 gram per big extra bereikt).
- Een nursery is het duurste systeem om overtallige biggen op te vangen. U moet een hoger speengewicht halen om dit systeem interessant te maken. Weeg dus de biggen, zodat u weet waar u mee bezig bent. Zelfs als de biggen slechts 14 dagen melk drinken, maakt u snel verlies (-8,08 euro per aanwezige zeug als u geen hoger speengewicht haalt).
- Wegen alle gespeende biggen door elkaar 200 gram meer dan zonder het gebruik van een nursery, dan is uw voordeel al 20,08 euro per aanwezige zeug.
Lees het volledige artikel in Varkensbedrijf oktober 2015 p. 14 – 17.