Het kweken van insecten is een (landbouw)activiteit waar al enkele jaren zeer veel interesse in is. Dat bleek nogmaals uit de druk bijgewoonde bijeenkomst van het ‘Stakeholdersplatform Insecten’ begin juni in Brussel. Sinds 2015 werden al meer dan 60 wetenschappelijke projecten opgestart rond dit thema. Zo ook het VLAIO-LA traject Introsect. In dat project werden recent twee gratis haalbaarheidstools ontwikkeld die landbouwers een eerste, realistische inschatting bieden van de productiekosten die gepaard gaan met het kweken van meelwormen, resp. zwarte soldatenvlieg.
Veelzijdige dieren
Dat insecten op meerdere manieren aangewend kunnen worden in de landbouw is al langer geweten. Zo vormen ze een uitstekende eiwitbron voor mens en dier, zijn ze goede verwerkers van nevenstromen, kunnen ze ingezet worden voor de biologische gewasbescherming en leveren ze grondstoffen aan voor de bio-economie. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat meer en meer mensen heil zien in het kweken van insecten, al dan niet als extra tak op het bestaande landbouwbedrijf. Alleen ontbreekt vaak de kennis rond deze nieuwe diersoort en vraagt men zich af wat de kweek zal kosten.
Introsect
De insteek van het VLAIO-LA traject Introsect, een vierjarig project dat in augustus ten einde loopt, was dan ook om landbouwers die graag wouden starten met het kweken van insecten met raad en daad bij te staan. Partners Inagro, Thomas More, KULeuven, Hogeschool Vives, ILVO en Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant stelden tijdens het project kweekhandleidingen op voor de 2 populairste insectensoorten, nl. de zwarte soldatenvlieg en de meelworm. Er werden ook videolessen gemaakt om landbouwers meer inzicht te laten verwerven in de insectenkweek en wat hier allemaal bij komt kijken.
Insectensoort
De keuze om een bepaalde insectensoort te kweken, moet zeer doordacht gebeuren. Er bestaan immers heel wat verschillen tussen insecten, o.a. voor wat betreft hun voeder of levenscyclus. Zo eten sprinkhanen vooral vers gras; zwarte soldatenvliegen verkiezen dan weer een vochtig brijvoeder terwijl meelwormen houden van een droog voeder. De levenscyclus van zo’n meelworm bedraagt 13 weken; die van de krekel 7 weken en die van de zwarte soldatenvlieg amper 5 weken. Best is dus vooraf goed te bestuderen wat welk insect nodig heeft en in welke tijdspanne er opbrengst verwacht kan worden.
Afzetmarkt
Bijkomend moet op voorhand ook gekeken worden naar de gewenste afzetmarkt. Wil je insecten kweken om als kleine hapjes voor te schotelen op bvb. festivals, of wil je eerder produceren voor een grote diervoederfabrikant? Dit betekent uiteraard een wereld van verschil! Verder moet je ook goed afwegen wáár en hoe je de insecten kan gaan produceren: is dit in een leegstaande stal? Heb je zelf al reststromen ter beschikking, of is er een bedrijf in de buurt waarmee je kan samenwerken en is er ergens restwarmte te recupereren?
Tool
Om de startende kwekers op weg te helpen, werden in het Introsect-project twee haalbaarheidstools ontwikkeld die een eerste inschatting van de productiekosten weergeven bij de kweek van meelwormen, resp. zwarte soldatenvliegen. Daarbij wordt o.a. rekening gehouden met (al dan niet reeds bestaande) ruimtes de kweker ter beschikking heeft en hoeveel tijd hij/zij er kan of wil aan spenderen (veel handenarbeid of eerder geautomatiseerd).
Kostenplaatje
Op basis van de afmetingen van de kweekruimtes die ingegeven worden in de tool, zal een inschatting worden gemaakt van de lopende kosten voor het produceren van een bepaalde hoeveelheid insecten, van de arbeid die bij een kweek met de door jou ingestelde parameters komt kijken, en naar de totale productiekost van je meelworm- of je zwarte soldatenvliegproductie.
Richtgetallen
De tools zijn beide opgesteld als een excel-bestand met verschillende tabbladen waarin reeds bepaalde kengetallen door de partners werden ingegeven. Iemand met géén ervaring kan immers nog geen opbrengst of voederconversie inschatten. Dit zijn uiteraard richtgetallen, en kunnen – eens de kweker meer ervaring heeft – ook aangepast worden door eigen cijfers. Ook het verbruik van energie en water is gebaseerd op standaardcijfers. Buitensporige energieprijzen zouden dan ook aangepast moeten worden om een correct beeld te krijgen.
Investeringen
In de tools worden ook enkele investeringen opgesomd zoals kweekbakken of isolatie. De opgegeven prijzen zijn prijzen die verzameld werden over een aantal jaar, maar worden best vervangen door prijzen die je zelf bekomt uit recente offertes. Wat de arbeid betreft, wordt in de tool een overzicht gegeven van alle acties met daarbij telkens een tijdsinschatting. Een taartdiagram visualiseert dan hoeveel tijd je aan elke actie besteedt. Wanneer bepaalde stappen geautomatiseerd worden, kan de arbeidstijd hiervoor op nul gebracht worden. Momenteel werd de arbeidskost ingesteld op 25 euro per uur wat toch zeker een absoluut minimum is.
(Re)Productie
Je kan er in de tool ook voor kiezen of je zélf zorgt voor reproductie (en dus ouderdieren aanhoudt), dan wel dat je de jonge larven telkens extern aankoopt. Dit geeft aanleiding tot een nieuwe kostenpost (nieuw levend materiaal aan te kopen), maar anderzijds nemen de ouderdieren ook plaats in (en extra voeder en tijd). Ook hier dient een startende insectenkweker te kiezen en helpt de tool bij het nemen van die beslissing.
Besluit
Er werden in de tool geen risicofactoren meegenomen en zoals iedereen weet, betaal je in het begin van een nieuwe arbeidstak vaak ‘leergeld’. De opbrengst de eerste keren zal dus vermoedelijk iets lager liggen dan wat nu theoretisch ingegeven werd. Bovendien werk je ook met levend materiaal, wat ervoor zorgt dat er toch steeds een factor ‘onvoorspelbaarheid’ in rekening gebracht moet worden. De tool is dus een hulpmiddel met nog een aantal factoren om extra rekening te houden, maar het biedt alvast een eerste inschatting van de productiekosten bij het kweken van insecten.
Tekst: Karolien Langendries (Pluimveeloket) – Evelyne Delezie (ILVO) – Carl Coudron (Inagro)