Tussen 2005 en 2014 at de Belg ieder jaar gemiddeld 0,9 kg minder vlees dan het voorgaande jaar. Dat blijkt uit de ‘Bevoorradingsbalansen vlees’ van de Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium. In 2014 was vlees goed voor 26 procent van de totale voedingsuitgaven bij de doorsnee Belg, terwijl dat 10 jaar ervoor nog 29 procent was.
Globaal genomen nam de gemiddelde vleesconsumptie met 12 procent af in de periode 2005-2014. De grootste dalingen werden opgetekend voor schapen- en geitenvlees (-41 procent) en voor paardenvlees (-35 procent). Deze twee samen maken evenwel slechts 2 procent uit van de totale menselijke vleesconsumptie. De consumptie van runds- en kalfsvlees nam echter ook af, met meer dan een vijfde: van 13,8 naar 10,7 kg (-22 procent). De kleinste relatieve afnames werden opgetekend voor de vleessoorten waarvan we het meeste eten, namelijk varkensvlees en gevogelte. De consumptie van varkensvlees nam af van 26,9 tot 25,1 kg tussen 2005 en 2014 (-7 procent), en die van gevogelte nam af van 16,3 tot 15,9 kg (-2 procent).
Uit de resultaten van het ‘Huishoudbudgetonderzoek’ blijkt dat de Belg in 2014 gemiddeld 481 euro uitgaf aan vlees. Ten opzichte van 2004 gaat het om een stijging van 9 procent, maar de gemiddelde levensduurte steeg in diezelfde periode met 23 procent en de gemiddelde prijs van vlees met 26 procent. Dat betekent dat we dus relatief minder uitgeven aan vlees. In 2014 was vlees goed voor 26 procent van de totale voedingsuitgaven bij de doorsnee Belg, terwijl dat 10 jaar ervoor nog 29 procent was.