Biggen die sterk uit de kraamperiode komen zijn beter bestand tegen een speendip en de stress die bij het spenen komt kijken. In de weken na de geboorte is het dan ook goed om de biggen te koesteren zodat ze op de batterij een vlotte start maken.
Bijvoeren biggen, begin vroeg
Begin zo vroeg mogelijk met het bijvoeren van de biggen, dit om ervoor te zorgen dat de biggen wennen aan het voer en de darmen zich goed ontwikkelen. Ook helpt het mee om een goed speengewicht te bereiken. Een goed ontwikkelde en sterke big groeit beter in de biggenopfok. Dieren die gewend zijn aan het voer nemen na het spenen beter voer op. Niet smakelijk of bedorven voer laten de biggen staan. Zorg daarom voor schone bakjes en verstrek regelmatig nieuwe porties.
Schoon werken blijft essentieel
Net als in de periode direct na de geboorte blijft hygiëne erg belangrijk tijdens het opgroeien van de biggen. Blijf kritisch op de looplijnen en werk toomsgewijs. Zo elimineer je jezelf als verspreider van ziektekiemen. Ook rondom het spenen is hygiëne belangrijk. Zorg voor gereinigde en gedesinfecteerde hokken. Voorkom onnodige stress en verspreiding van ziektekiemen en plaats biggen uit dezelfde toom zoveel mogelijk bij elkaar.
Vroeg vaccineren
Vaccineren helpt biggen om hun eigen afweer tegen bepaalde ziekteverwekkers te versterken. Dat hebben ze nodig omdat in de weken na de geboorte de maternale afweer geleidelijk afneemt. Sommige vaccins kunnen al vanaf de eerste levensdag of -week worden toegediend, voor anderen is het nodig om te wachten tot de biggen een paar weken oud zijn. Vroeg vaccineren is doorgaans makkelijk inpasbaar omdat er in de eerste week vaak extra mankracht aanwezig is. Een bijkomend voordeel van vroeg vaccineren is dat de kleine biggen makkelijk hanteerbaar zijn. Door de biggen al heel vroeg te vaccineren zijn ze voor het stress- en risicovolle speenmoment beschermd.
MM-12341
Bron – Zoetis