In de lagere maïsproductie van 2016 werden ‘verlaagde gehaltes aan mycotoxinen’ gevonden. Toch blijft waakzaamheid nog altijd aan de orde. Zoveel besluiten Bemefa (de mengvoederfabrikanten) en Synagra (de graanhandelaren), uit de jaarlijkse monitoring gericht op de aanwezigheid van mycotoxinen in maïs onmiddellijk na de oogst.
Met 71 analyseresultaten geeft de monitoring een goed beeld van het contaminatieniveau voor mycotoxinen in maïs van voornamelijk Belgische en Franse origine. Ten opzichte van 2015 tonen de analyseresultaten beduidend lagere contaminaties van DON (deoxynivalenol) en ZEA (zearalenon) aan. Ook voor aflatoxine B1, T2 en HT2 zijn de resultaten positief.
“In tegenstelling tot wat we zien bij strogranen, kunnen we voor de verschillende mycotoxines spreken over een geringe aantasting van de maïsoogst 2016”, luidt het dan ook in een mededeling van Bemefa. “Het niveau is immers beduidend lager dan in 2015. Er zijn geen overschrijdingen, noch van de indicatieve richtwaarden van de Aanbeveling 576/2006 noch van de food norm Ver. EG 1881/2006. In het algemeen zien we lagere waardes en pieken in vergelijking met 2015.”
Toch duidt secretaris-generaal Yvan Dejaegher erop dat waakzaamheid aan de orde blijft. “Uit het onderzoek leiden we ook af dat we alert moeten blijven voor OTA (stockagemycotoxine). Goede opslagpraktijken, voldoende afkoeling en ventilatie na droging blijven dan ook belangrijk.”
Bron: Bemefa – 29 december 2016