Volgens de resultaten van de dierenartsenenquête op Expovet 2014 uitgevoerd gelooft slechts 4 procent van de ondervraagde dierenartsen dat het objectief van 50 procent reductie van het antibiotcumgebruik in de diergeneeskunde tegen 2020 – zoals vooropgesteld in Visie 2020 van AMCRA – een haalbare kaart is.
Op 18 en 19 oktober 2014 vond de dierenartsenbeurs Expovet plaats. Net als vorig jaar greep AMCRA deze gelegenheid aan om de formularia – de richtlijnen voor dierenartsen voor een verantwoorde keuze van antibiotica opgelijst per indicatie – uit te delen. In ruil voor een formularium werd aan de bezoeker-dierenarts gevraagd een korte enquête in te vullen. De enquête werd afgenomen bij 103 ondervraagden met professionele ervaring van minstens één jaar. 30 procent van de
deelnemende dierenartsen was werkzaam bij voedselproducerende dieren, waarvan 22 procent bij rundvee, 7 procent bij varkens en 1 procent bij pluimvee.
Uit de resultaten bleek dat 93 procent van de ondervraagden bekend is met AMCRA en dat 46 procent van deze groep op de hoogte is van het bestaan van Visie 2020, het door de sectoren uitgewerkt plan voor het antibioticumbeleid in België tot 2020. 69 procent van de ondervraagden vond het belangrijk dat het antibioticagebruik bij dieren in de toekomst daalt. 50 procent van de ondervraagden is van mening dat een reductie van 20 procent haalbaar is tegen 2020 (voor alle diersoorten samen). Maar slechts 4 procent gelooft dat het objectief van 50 procent reductie tegen 2020, zoals vooropgesteld in Visie 2020, een haalbare kaart is. Door varkensdierenartsen werd gemiddeld genomen een reductie van 31 procent als haalbaar gezien. Dierenartsen werkzaam in de rundveesector geloven gemiddeld in een reductie van 25 procent. Ook paardendierenartsen en dierenartsen voor gezelschapsdieren zijn van mening dat een gemiddelde reductie van om en bij de 20 procent mogelijk moet zijn.
De overgrote meerderheid van de ondervraagden is van mening dat de te sensibiliseren groepen bestaan uit dierenartsen en veehouders. Ook professionele begeleiders van veehouders en
diereigenaren enerzijds en houders van gezelschapsdieren en paarden anderzijds, dienen volgens minstens 50 procent van de ondervraagden bewust gemaakt te worden van de problematiek om tot een duurzaam beleid te komen.
De verspreiding van formularia voor voedselproducerende dieren ging van start in oktober 2013. Desondanks gaf toch 65 procent van alle ondervraagden te kennen bekend te zijn met de AMCRA formularia. 81 procent van de dierenartsen voor voedselproducerende dieren kent het
formularium voor gebruik bij varkens, rund- en pluimvee.
25 procent van de ondervraagde dierenartsen voor voedselproducerende dieren maakt geen gebruik van de formularia. Twee dierenartsen gaven te kennen zich niet te kunnen vinden in de keuze-indeling en deze daarom niet toe te passen. Andere genoemde redenen voor niet-gebruik zijn het nog niet in bezit zijn van een formularium, het niet wettelijk verplicht zijn van het formularium en een gebrek aan tijd voor het gebruik ervan.
Van de 75 procent gebruikers ervaart elkeen het formularium als gebruiksvriendelijk. De overeenstemming tussen wat het formularium aangeeft als 1ste keuze behandeling en wat voorheen zou uitgevoerd worden is indicatie-afhankelijk. Voor 17 procent van de dierenartsen is er geen verschil tussen de AMCRA-richtlijn en de eigen gangbare behandeling. 50 procent van de ondervraagde dierenartsen doet vaker een beroep op diagnostiek en antibiogramresultaten voor een antibioticumkeuze sinds de
verspreiding van het formularium. Het gewenste therapieresultaat werd door de overgrote meerderheid van de ondervraagden soms (56%) tot meestal (28%) bereikt. Voor 11 procent werd er geen
gewenst resultaat bereikt.