Het Deense Pig Research Centre onderzocht het effect van het soort voeder op berengeur en de prestaties van intacte beren, vergeleken met castraten en gelten.
Voor het onderzoek werden twee varkensbedrijven geselecteerd. Op het ene bedrijf kregen de vleesvarkens droog voeder aangeboden, op het andere was dit nat voeder. In beide gevallen kon de hoeveelheid opgenomen voeder vrij bepaald worden door de dieren zelf (ad libitum voedering).
Zowel bij het nat als droog voeder hadden intacte beren een betere voederconversie dan castraten. Bovendien produceerden ze meer mager vlees. De dagelijkse groei daalde bij droog voeder, maar bleef gelijk bij het natte voeder.
Wanneer het gehalte aan skatol meer dan 0,25 ppm (deeltjes per miljoen) bedroeg, werd het vlees afgekeurd. Dit was het geval voor 4,8 procent van het vlees bij droog voeder en 2,5 procent bij nat voeder.
Alle resultaten in acht genomen, bedroeg de winst voor de productie van intacte beren respectievelijk 2,32 euro/kg en 0,32 euro/kg. Dit is vooral te wijten aan de grote verschillen in de voederconversie tussen castraten en intacte beren. Gelten presteerden op hetzelfde niveau als de intacte beren.
De wetenschappers maken wel een kanttekening bij de resultaten. Die zijn namelijk erg afhankelijk van heel wat variabele factoren, zoals de voederprijzen, de waarde van mager vlees en de hoeveelheid afgekeurd vlees door berengeur.
Bron: Maarten Ceyssens – Varkensbedrijf editie april 2017