Het Almelose bedrijf JW Espo claimt er met haar BioAir-luchtfilter dé oplossing voor te hebben. Drie jaar geleden kreeg het systeem een tijdelijke Rav-erkenning voor de varkenshouderij. Streven van directeur Jan Waayer is uiteraard om het filter definitief op de lijst met ammoniakreducerende systemen te krijgen. Maar de weg daarnaartoe is voor een praktisch denkend persoon niet gemakkelijk, zo ondervindt hij.
Het principe van de BioAir-luchtwasser van JW Espo is eenvoudig. De uitgaande lucht van een varkensstal wordt van beneden naar boven allereerst door een drukkamer met een lattenconstructie geblazen. Op de lattenconstructie ligt een laag van twintig centimeter wortelhout. Vervolgens een laag van twintig centimeter grove houtsnippers en tot slot tien centimeter fijne houtsnippers. De houtsnippers zorgen er in combinatie met een speciaal enzymenmengsel voor dat geur en ammoniak uit de stal worden geneutraliseerd.
Met behulp van sproeiers wordt het vochtgehalte op peil gehouden. Op dit moment zijn er in Nederland zo’n twintig BioAir-luchtfilters geïnstalleerd. De aanschafkosten van een BioAir-luchtfilter liggen tussen de dertig- en veertigduizend euro. De grootte van het biobed is afhankelijk van de hoeveelheid lucht die per uur moet worden ververst. Voor vleesvarkens is per 620 kubieke meter stallucht één vierkante meter biobed benodigd. Het systeem kan compleet worden geleverd, maar ook als bouwpakket.
Lange geschiedenis
Directeur Jan Waayer van JW Espo vertelt de ontwikkelingen rond biologisch luchtreinigen al heel lang nauwgezet te volgen. “Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd er bij de toenmalige praktijkschool hier in Almelo een experiment gedaan met stallucht die door een sleufsilo gevuld met heide werd geblazen. Maar binnen het jaar was de heide verrot en ontstonden er doorbraken waar de lucht zo doorheen ging”, vertelt hij. Het experiment in Almelo werd gestopt, maar Waayer weet dat het principe nog altijd gebruikt wordt bij Rendac. “Daar werkt het goed, maar elk jaar moet er nieuwe heide in het systeem. Maar het is daar dé manier om stankoverlast te voorkomen.”
Al doende ontwikkeld
Toen de vraag naar luchtwastechnologie vanuit de Nederlandse veehouderij opkwam, was Waayer het experiment in Almelo nog niet vergeten. Het principe van lucht zuiveren met behulp van biologische producten hield hem bezig. “Volgens mij moest het mogelijk zijn om stallucht goed, goedkoop en onderhoudsvriendelijk te zuiveren. Conventionele luchtwassers werken doorgaans goed, maar kosten veel energie. Bovendien werken ze vaak met zwavelzuur, wat best wel agressief is. Dat kan gewoon gevaarlijk zijn. Wij zochten de oplossing in een andere hoek.”
Met zijn medewerkers begon Waayer te experimenteren met houtsnippers waar van onderen lucht doorheen werd geblazen. Het systeem vroeg al wel snel om bijsturing. Het houtsnippermengsel zakte te veel in elkaar waardoor de lucht er niet meer goed door wilde. Dat moest anders. Na het nodige experimenteren kwamen Waayer en zijn team op de huidige opbouw van het biobed uit. “De lattenstructuur in de drukkamer zorgt voor een optimale verdeling van de lucht onder het biobed. Zo wordt het complete volume van het biobed optimaal benut. Het grove wortelhout houdt de onderkant open en verrot niet snel doordat er van nature zuur in zit. De grove snippers die daar weer bovenop liggen gaan lang mee. De fijne snippers zorgen voor de finishing touch voor het reinigen van de lucht en houden bovendien de bovenkant van het biobed enigszins dicht”, legt de ondernemer uit.
Hij vertelt erbij dat het soort houtsnippers doorslaggevend is voor het succes van het biobed. “Je moet een beetje week hout hebben. Dit kan makkelijk vocht uitwisselen. Harder hout is geen succes”, weet Waayer. Het speciale gepatenteerde mengsel van enzymen breekt ammoniak uit de stallucht af en zet het om in nitriet en nitraat. De enzymen halen ook fijnstof uit de stallucht en breken geur af. Waayer merkt dat laatste duidelijk in de praktijk. “Als ik ’s avonds thuiskom nadat ik op een varkensbedrijf met mijn hoofd boven een ventilator heb gehangen, word ik door mijn vrouw bij wijze van spreken naar buiten gejaagd vanwege de geur. Heb ik een hele middag op een biobed gelopen, dan ruikt niemand dat.”
Optimaal vochtgehalte belangrijk
Voor een goede werking is het belangrijk dat het houtsnipperbed het juiste vochtgehalte heeft. Er mag net wel of net geen vocht uit druppelen. Met behulp van sensoren houden sproeiers bovenop het biobed de snippers vochtig. Lekwater wordt in de drukkamer opgevangen waar het door de overstrijkende warme stallucht grotendeels verdampt. “Door de vochtvoorziening computergestuurd te maken, heeft de varkenshouder er geen omkijken naar. Bovendien worden alle gegevens vastgelegd zodat de varkenshouder ze op afstand uit kan lezen”, aldus Waayer, die vertelt dat het systeem verder niet veel onderhoud nodig heeft. “Eén keer per jaar moeten de fijne snippers bijgevuld worden. Daarnaast is het belangrijk het biobed jaarlijks door te spoelen. Dat kan bij een biobed onder dak door de sproeiers een paar dagen achterelkaar aan te zetten. Bij een biobed zonder dak is een flinke stortbui voldoende voor het doorspoelen. Ook dat geeft dus geen extra werk en dat is maar goed ook. Varkenshouders willen in de regel niet met de luchtwasser bezig zijn, dat maakt ons systeem zo ideaal”, aldus de ondernemer.
Weg naar Rav-erkenning kent hobbels
Een goed werkend systeem hebben is één. Dit systeem erkend hebben zodat het in de praktijk gebruikt kan worden, is een minstens zo grote uitdaging. Dat heeft Waayer aan den lijve ondervonden. “Drie jaar geleden hebben we na de nodige onafhankelijke testen een tijdelijke Rav-erkenning voor varkensstallen gekregen. Voor pluimvee hadden we al een definitieve Rav-erkenning. Om definitief op de lijst met emissie-reducerende systemen voor de varkenshouderij te komen, moeten op twee praktijkbedrijven nieuwe metingen worden gedaan.
Maar door de corona-crisis kwamen nieuwe metingen niet van de grond. Vervolgens kregen we te maken met slechte varkensprijzen waardoor niemand nieuw ging bouwen. Nu wordt er amper gebouwd omdat iedereen in afwachting is van wat er gaat gebeuren”, schetst Waayer zijn uitdaging. Uiteindelijk had hij wel twee bedrijven waarbij testen konden worden uitgevoerd. Eén ervan viel af vanwege privéomstandigheden van de varkenshouder.
Een ander varkensbedrijf leek in eerste instantie geschikt, maar viel uiteindelijk toch af. Hier was het systeem namelijk in tegenstelling tot op andere bedrijven inpandig aangelegd. Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) was het daardoor een ander systeem geworden. De windinvloeden zouden bijvoorbeeld anders zijn. Iets waar Waayer nog steeds met de pet niet bij kan. “Als ze meten, trekken ze een folie over het biobed heen om alle uitgaande lucht op te vangen en te kunnen meten. Dan heeft de wind toch ook geen invloed?” Het is één van vele hobbels die Waayer op weg naar een definitieve Rav-erkenning tegenaan loopt.
“Ook de wetgeving is debet aan de trage gang van zaken. Rechters wijzen zomaar systemen af waardoor boeren er niet in durven te investeren. Dit is zonde want wij kunnen op deze manier een groot deel van het stikstofprobleem in de agrarische sector oplossen. Onafhankelijke metingen hebben uitgewezen dat ons systeem in de meest gunstige omstandigheden honderd procent fijnstof-, 97 procent stank- en 93 procent ammoniakuitstoot reduceert. Volgens de ambtenaren die daar over gaan, is zeventig procent ammoniakreductie echter het maximum. Waar dat op gebaseerd is weet niemand. Daar botst mijn boerenverstand met de bureaucratie”, aldus de ondernemer, die de strijd voor een definitieve Rav-erkenning nog zeker niet opgeeft.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: JW Espo en GH
Je hebt zojuist een artikel uit vakblad Varkensbedrijf gelezen
Wil je vaker én meer van zulke artikelen lezen?
Met een abonnement op vakblad Varkensbedrijf ontvang je het laatste nieuws. Iedere editie heeft een nieuw, toepasselijk thema wat aansluit op de huidige praktijk. De uitgebreide bedrijfsreportages geven daarnaast een goed beeld van de sector. In deze reportages maak je kennis met ervaringen, toekomstvisies, vakmanschap en management van mede-varkenshouders.
Shop hier direct een jaarabonnement op de website.